3 kader Thema 4.3

Vandaag 

• Terugblik B1 enB2
  
  
• Theorie B3
  
  
• Maken 4.3  

Bacteriën

1. planten zich niet voort
2. vermeerderen zich door te delen
3. planten zich voort met zaadjes

Indeling van organismen in steeds kleinere groepen. Wat klopt?

1. Stammen, Rijken, Klassen, Geslachten, Soorten, Families, Orden
2. Soorten, Geslachten, Rijken, Klassen, Stammen, Families, Orden
3. Rijken, Stammen, Klassen, Orden, Families, Geslachten, Soorten
4. Geslachten, Soorten, Rijken, Stammen, Orden, Klassen, Families

Wat is een belangrijk kenmerk van bacterien?

1. Ze hebben geen celmembraan
2. Ze hebben geen celwand.
3. Ze hebben geen celkern.
4. Ze hebben een vacuole

Wat is geen rijk bij het ordenen?

1. Bacterien
2. Dieren
3. Mensen
4. Schimmels

wanneer behoort een organisme tot de zelfde soort?

1. als het een populatie is
2. als het zich kan voortplanten
3. als het samen leeft
4. als het vruchtbare nakomelingen krijgt

bacterien zijn

1. eencellig
2. meercellig

Zijn een poedel en een rottweiler van de zelfde soort? en van het zelfde ras?

1. ja-nee
2. nee-nee
3. ja-ja
4. nee-ja

Aan welk kenmerk herken je bacteriën?

1. wel celkern
2. geen celkern
3. geen celwand

zelfde soort?

1. ja
2. nee

Welke drie kenmerken worden gebruikt bij het indelen van organismen in rijken?

1. Celkern, celwand en bladgroenkorrels
2. Celplasma, celkern, Dna
3. Bladgroenkorrels, vacuole, Celkern
4. Celmembraan, celwand, celkern

wat is ordenen?

1. zorgen dat het stil is, orde houden
2. orders maken voor verzending
3. de verschillen zoeken
4. verdelen in groepen met dezelfde kenmerken