Les 1 Start LessonUp Organismen & levenskenmerken

Welkom bij biologie
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij biologie

Slide 1 - Diapositive

Biologie, waar moet jij dan aan denken?

Slide 2 - Carte mentale

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wat een organisme is.
  • Je kunt de 7 levenskenmerken noemen.
  • Je kunt omschrijven wat groei is.
  • Je kunt onderscheiden of iets levend, dood of levenloos is.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat is biologie?
A
biologie gaat over organismen
B
biologie gaat over leven en dood
C
biologie is de wetenschap van het leven
D
biologie gaat over alles wat er op Aarde is te vinden

Slide 5 - Quiz

Wat is een organisme?
A
een levend wezen
B
planten en dieren
C
planten, dieren, schimmels en bacteriën
D
een levend wezen dat zich voortplant

Slide 6 - Quiz

Organisme

Alle levende dingen/wezens op aarde  worden organismen genoemd.
Denk hierbij aan dieren en planten, maar ook aan schimmels en bacteriën.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Organisme
Een organisme is opgebouwd uit één of meerdere cellen: bacteriën zijn eencellig, de meeste planten en dieren meercellig. 

In iedere levende cel bevindt zich het genetisch materiaal, waarin vastligt hoe een organisme eruitziet, groeit en functioneert.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Wat maakt iets levend?
7 levenskenmerken
  1. Bewegen
  2. Waarnemen
  3. Voortplanten
  4. Groeien
  5. Voeden
  6. Ademhalen
  7. Uitscheiden

Slide 12 - Diapositive

bewegen
groeien
waarnemen
voortplanten
eten
reageren
uitscheiden

Slide 13 - Diapositive

7 levenskenmerken

Slide 14 - Diapositive

Bewegen
Op eigen kracht van plaats veranderen.

Dat kan snel, maar ook  langzaam gebeuren.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Waarnemen & reageren

Opmerken wat er in de omgeving gebeurt en daarop reageren.

Waarnemen doe je met je zintuigen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Voortplanten
Ervoor zorgen dat er nakomelingen zijn.

Meestal heb je daar een mannetje en een vrouwtje voor nodig, maar niet altijd!


Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Groeien & ontwikkelen


Groter en zwaarder worden of veranderen.

Groei kan zowel in de lengte als in de breedte.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Voeden
Eten en drinken


Het maakt andere levensverschijnselen, zoals groeien en ontwikkelen, mogelijk.

Slide 23 - Diapositive

0

Slide 24 - Vidéo

Ademhalen
Uitwissel van zuurstof en koolstofdioxide met de omgeving. 

Elk organisme ademt.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Uitscheiden
Stoffen afgeven aan de omgeving. 


Uitscheiding gebeurt bijvoorbeeld door poepen, plassen, zweten en uitademen. Ook een plant geeft stoffen af aan de omgeving, zoals hars en nectar.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

ademhalen
bewegen
voortplanten
groeien & ontwikkelen
uitscheiden
voeden

Slide 29 - Question de remorquage

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
voeden
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 30 - Quiz

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
voeden
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 31 - Quiz

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
voeden
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 32 - Quiz

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
voeden
B
uitscheiden
C
bewegen
D
waarnemen

Slide 33 - Quiz

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
reageren
B
ademhalen
C
groeien en ontwikkelen
D
voortplanten

Slide 34 - Quiz

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
reageren
B
ademhalen
C
groeien en ontwikkelen
D
voortplanten

Slide 35 - Quiz

Welk levenskenmerk zie je op de afbeelding?
A
reageren
B
ademhalen
C
groeien en ontwikkelen
D
voortplanten

Slide 36 - Quiz