Het hart & de bloedvaten (GM)

het hart.
Het hart & de bloedvaten 
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, t, havoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

het hart.
Het hart & de bloedvaten 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Aan het einde van de les:
  • Kun je de verschillende onderdelen van het hart benoemen.
  • Kun je de functie en de werking van het hart uitleggen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul  maar in 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

belangrijke onderdelen
  • Boezems
  • Kamers
  • tussenschot 
  • sinusknoop
  • grote lichaamsslagader
  • longslagader


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aders(venen)
en 
slagaders (arterien)
zuurstof rijk 
en 
zuurstofarm
haarvaten (capillairen)
Kransslagaderen
Lichaamsslagader: 
De aorta

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken Slagaders
  • Bloed stroomt weg van het hart
  • bloed stroomt naar organen toe
  • bloed is zuurstofrijk (behalve de longslagader)
  • wanden zijn dik en elastisch
  • veel kracht > bloeddruk is hoog
  • Liggen diep in het lichaam.




Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kenmerken aders
  • zijn de bloedvaten die het bloed terug naar het hart vervoeren
  • zijn zuurstofarm
  • druk in de ader is laag
  • er zitten kleppen in de aderen die ervoor zorgen dat het bloed niet terug kan stromen  

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Kransslagaders en kransaders

Elke spier van het menselijk lichaam, dus ook de hartspier, heeft zuurstof en voedingsstoffen nodig. 

De hartspier ontvangt deze via de kransslagaders. 
De kransslagaders ontspringen vlak na het hart uit de grote lichaamsslagader (aorta). Zij vertakken zich door de hele hartspier. 
Via de kransaders wordt het bloed rechtstreeks teruggevoerd naar de rechterboezem.

wat is dan een hartinfarct? 
Bij een hartinfarct kan het bloed niet meer naar een deel van het hart stromen. Dit komt door een vernauwing of verstopping in 1 of meer slagaders rond het hart. Dat deel van het hart krijgt dan geen zuurstof meer en raakt beschadigd. Een hartinfarct heet ook wel een hartaanval.

Slide 13 - Diapositive

slagaderverkalking ( atherosclerose): 

de binnenkant van de bloedvaten raakt beschadigd door bijvoorbeeld een hoge bloeddruk, een hoge bloeddruk of roken bij diabetes. Langzaam ontstaat een opeenhoping van bloedstolseltjes, vetten, kalk en andere stoffen.
Grote
en 
kleine bloedsomloop
Uitwisseling van zuurstof.

Slide 14 - Diapositive

De kleine bloedsomloop zorgt ervoor dat je bloed CO2 kan afstaan aan de longen en zuurstof kan opnemen. 

De grote bloedsomloop geeft juist zuurstof af aan je lichaam en neemt CO2 op.
Hoe werkt de pompunctie?
  • Ons autonome zenuwstelsel in de hersenen regelen de ademhaling, bloeddruk en de hartslag. Dat gebeurt gelukkig automatisch!

  • Hoe dan? 

  • In de rechterboezem zit een SINUSKNOOP, een AV knoop en via (zenuw)bundels krijgt het hart een prikkel om samen te trekken. 


Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hartslag: 
  • normaal 60-90 keer per minuut

observeren op:
  • frequentie
  • ritme
  • gelijkmatigheid
  • spanning / volume 
Ademhaling
  • Normaal 12-14 keer per minuut

observeren op:
  • frequentie
  • diepte 
  • regelmatigheid
  • geluid


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bloeddruk
  • We meten de druk in de slagaders.
  • Systolische druk: Linkerkamer trekt samen
  • Diastolische druk: het hart ontspant
  • Normaal waarde?
  • Hypotensie / Hypertensie
  • aandachtspunten?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aandoeningen ....
  • Links decompenseren (benauwdheid, vochtophoping in de longen)
  • rechts decompenseren (oedeem aan de enkels)
  • ritmestoornissen
  • klepproblemen in de aders 
  • artherosclerose
  • Hartkramp (angina pectoris)
  • Etalagebenen 
  • Aneurysma

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

0

Slide 20 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat scheidt de linker- en rechter harthelft?
A
Hartvlies
B
Septum
C
Hart wand
D
Sinusknoop

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zitten de hartkleppen?
A
Tussen de linker - en de rechterhelft van het hart
B
Tussen het hart en de aorta en longslagader
C
Tussen de boezems en kamers in het hart
D
In de aders die naar het hart toelopen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar liggen de kransslagaders?
A
In je hoofd
B
In je longen
C
Om je hart
D
In je benen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van het hart
A
Bloed rondpompen
B
zuurstof door het lichaam pompen
C
koolstofdioxide door het lichaam pompen
D
Bloed en zuurstof door het lichaam pompen

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel kamers heeft het hart?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurd er met iemand als het proces in de afbeelding plaatsvindt in de kransslagader?
A
Dan krijg je een herseninfarct
B
Dan krijg je een hartinfarct
C
Dan krijg je bloedvergiftiging
D
Dan krijg je diarree

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De kransslagaders zijn
:
A
Aftakkingen van de aorta
B
Aftakkingen van het hart
C
Aftakkingen van de longader
D
Aftakkingen van de longslagader

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de grootste slagader?
A
De leverslagader
B
De aorta
C
De halsslagader
D
De longslagader

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een slagader...
A
Vervoert bloed van organen naar het hart
B
Vervoert bloed van het hart naar organen
C
Vervoert altijd zuurstofrijk bloed
D
Vervoert altijd zuurstofarm bloed

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de aders...
A
Stroomt zuurstofrijk bloed van het hart weg
B
Stroomt zuurstofarm bloed van het hart weg
C
Stroomt zuurstofrijk bloed naar het hart toe
D
Stroomt zuurstofarm bloed naar het hart toe

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeste aders zijn
A
Zuurstofrijk
B
Zuurstofarm

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we het als een kransslagader in het hart
verstopt raakt?
A
hartbloeding
B
hartfalen
C
hartinfarct
D
hartkramp

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kan bij aderverkalking in een kransslagader een hartinfarct ontstaan?
A
Ja
B
Nee

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions