V3-C5-Tussenwerpsel

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
Doel van de les= verwijzen
10 minuten stil lezen
Indien opdrachten gemaakt, dan bespreken

Start nieuw onderwerp

Aan het werk
 

Telefoon in de kluis? Chromebook in de tas. Lees en werkboek op tafel.

Slide 3 - Diapositive

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


In deze les leer je de juiste verwijswoorden gebruiken.


Slide 4 - Diapositive

§ 2 Tekstverbanden
Bekijk de volgende zin:
– Tjonge, dat was een zware klus, nietwaar?
In deze zin is Tjonge een soort uitroep en nietwaar een vraag. Zulke uitroepen (hé, oef, wow), vragen (he?, toch?, nietwaar?) en ook klanknabootsingen (boink, piefpafpoef, tjoeke tjoeke) heten tussenwerpsels (tw)

Naar betekenis kun je de tussenwerpsels indelen in woorden …

Slide 5 - Diapositive

§ 2 Tekstverbanden
van bevestiging en ontkenning: ja, jawel, nee, inderdaad;

van emotie (verbazing, schrik, pijn): ach, au, bah, foei, hèhè, hoera, oeps;

van sociaal contact: doei, hoi, goedenavond, halt, sorry;

van klanknabootsing (onomatopee): miauw, kukeleku, tok(toktok), brrr, plof, toet(toet).

Slide 6 - Diapositive

§ 2 Tekstverbanden
Let op: woorden als miauwen, blaffen, kakelen, klepperen en toeteren, die ook (dieren) geluiden weergeven, zijn werkwoorden.

Sommige woorden kunnen behalve als tussenwerpsel ook als een andere woordsoort voorkomen, meestal als bijwoord (bw):

– ‘Helaas (tw)’, zuchtte Michiel, toen hij zag dat de bitterkoekjes op waren.

– Op de markt in het Stadshart verkopen ze helaas (bw) geen warme stroopwafels meer. 

Slide 7 - Diapositive

§ 2 Tekstverbanden
Zo vind je tussenwerpsels

Tussenwerpsels …
zijn uitroepen, korte vraagwoorden en klanknabootsingen;

staan meestal aan het begin of aan het einde van een zin, vaak van de rest gescheiden door een komma;

kunnen niet van vorm veranderen; hooguit worden ze ter versterking herhaald: poehpoeh; tjongejongejonge

Slide 8 - Diapositive

§ 2 Tekstverbanden

Slide 9 - Diapositive

§ 2 Tekstverbanden

Slide 10 - Diapositive

§ 2 Tekstverbanden

Slide 11 - Diapositive

§ 2 Tekstverbanden

Slide 12 - Diapositive

V3-C5-Tussenwerpsel

Slide 13 - Diapositive