Cette leçon contient 7 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom 1VMB - dinsdag
: )
Planning van dit uur
10 minuten stillezen
Leesplanners bespreken
Werken aan het profiel
Aan het einde van deze les
heb je gelezen;
heb je jouw leesplanner nagekeken;
heb je verder gewerkt aan je profielopdracht.
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Stillezen
Wat
Lees in stilte in je leesboek
Hoe
Individueel
Hulp
Geen
Tijd
10 minuten
Uitkomst
Over dit boek ga jij jouw profiel-opdracht maken
timer
10:00
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Profiel
Je doet alsof je een social-media-profiel maakt van de hoofdpersoon van jouw boek
Je vult een Word-bestand in
Je levert het bestand uitgeprint in
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Leesplanning maken
Hoeveel tijd heb je nodig om de profiel-opdracht te maken?
Hoeveel bladzijden moet je per week lezen om het boek uit te krijgen?
Schrijf op wat je per week moet doen
Slide 4 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 5 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Individueel werken
Wat
- Bekijk jouw leesplanning en kijk of alles klopt.
- Verbeter de planning als dat nodig is
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Steek je vinger op, dan kom ik langs
Tijd
Ongeveer 20 minuten
Uitkomst
Dit profiel lever je in op vrijdag 27 januari (drie weken na de kerstvakantie)
Klaar
- Lees in je leesboek
- Of werk aan je profiel
timer
10:00
Slide 6 - Diapositive
Als jij nu niet alleen je droom in een koffer mee zou nemen, maar ook alles wat je nodig hebt om de droom te verwezenlijken, wat zou er dan in zitten?
Hoe ziet de reis van nu naar je droom eruit? Wat zul je onderweg allemaal moeten doen, kunnen of nodig hebben?
Tips:
Schrijf woorden die bij jouw droom passen op. Hoe ziet het eruit? Welke kleuren heeft het? Hoe voelt het? Ruikt het ergens naar? Maakt het geluid? Wat doe je, in jouw droom? Kun je voor deze woorden ook andere woorden die – ongeveer – hetzelfde betekenen (synoniemen) verzinnen? Een gedicht wordt speciaal van bijzondere woorden. Zo is ‘nat’ niet zo’n bijzonder woord, maar ‘bedruppeld’ wél.
2. Misschien beginnen een aantal woorden met dezelfde letter of dezelfde klank, ‘schichtig schuifelende schoenen’, bijvoorbeeld. Dat klinkt leuk, toch? Deze versiering voor je gedicht heet een alliteratie. Met zulke trucs zorg je dat je gedicht mooi klinkt.
3. Misschien heb je naast een droom voor jezelf ook wel een wens, voor iemand anders. In allerlei landen over de wereld bestaan wensbomen. Een wensboom is een boom waarin lapjes, linten, spijkers en munten gehangen worden na het doen van een wens. In Azië vind je in tempels soms spiralen met een briefje erin. Op het briefje staat een gelukswens voor iemand anders. De spiraal brandt langzaam op.
Heb jij een wens voor iemand? Als jij zo’n briefje in een boom of in een spiraal in een tempel zou mogen ophangen, wat zou je er dan op schrijven?
4. Sommige dromen worden waarheid, andere blijven altijd dromen. Soms is dat helemaal niet erg! Als je je droom wilt verwezenlijken, hoe zou je dat dan doen?
Samenvatting van de les
Jij
heb je gelezen;
hebt jouw leesplanner nagekeken;
hebt verder gewerkt aan je profielopdracht.
Huiswerk
- Werk thuis zelfstandig verder aan je profielopdracht