Pietertje loopt in de schemering. Dit betekend dat het bijna donker is. Welke zintuigcellen werken?
A
Kegeltjes en staafjes
B
Alleen de kegeltjes
C
Alleen de staafjes
D
Geen kegeltjes en geen staafjes
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Vidéo
Evenwichtsorgaan
Het evenwichtsorgaan zorgt ervoor dat je weet wat boven, onder, links en rechts is.
Slide 12 - Diapositive
Als je van een donkere ruimte naar een lichte ruimte gaat worden je pupillen kleiner. Dit is het pupilreflex. In welk deel van je ogen ontstaan de impulsen waarvan het pupilreflex het gevolg is?
Slide 13 - Question ouverte
Wat is de weg van het geluid naar je hersenen?
-->
-->
-->
-->
-->
-->
Gehoorbeentjes trillen
Vocht in het slakkenhuis trilt
Zintuigcellen zetten prikkel om in impulsen
Impulsen gaan naar hersenen
Geluid zorgt voor trillingen in de lucht
Trommelvlies gaat trillen
Slide 14 - Question de remorquage
4.2 Zien & horen
Wat? Maken 4.2 – Opdracht 17 t/m 33 (sterretjes uitdaging)
Hoe? Blz. t/m
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 15 minuten
Uitkomst? Opdracht 17 t/m 33 is af, niet af de rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 15 - Diapositive
Opdrachten in je boek
Lezen blz. 108 t/m 110
Opdracht 13 t/m 15 en 17 t/m 23 werkboek
Slide 16 - Diapositive
Opdrachten in je werkboek
Opdracht 16
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
Je bekijkt een voorwerp. Dit voorwerp is dichtbij en je bekijkt het in het licht. 1. Wat gebeurt er met je lens? 2. Wat gebeurt er met je pupil?
Slide 19 - Question ouverte
Slide 20 - Vidéo
oorschelp
1
gehoorgang
2
trommelvlies
4
oorsmeerkliertjes
3
gehoorbeentjes (hamer, aambeeld, stijgbeugel)
5
slakkenhuis
6
gehoorzenuwen
7
evenwichtsorgaan
9
Oefen de namen van het oor
Slide 21 - Diapositive
Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer: