Fronto les 1 Communiceren met klant 1

WELKOM 
Frontoffice
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
FrontofficeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

WELKOM 
Frontoffice

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning van deze week
- Kennismaken maken met werkwijze SPL
-Juiste klascode en voorkeur invoeren
-Planning lessen
-Studiepunten voor Frontoffice
- Frontoffice: Taakmodule communiceren met de klant - samen
- Frontoffice: Taakmodule communiceren met de klant -maken opdrachten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kunt omschrijven wat een klant is en je kunt het verschil uitleggen tussen een interne en een externe klant.
Je kunt omschrijven wat het belang is van goede communicatie en de gevolgen omschrijven van slechte communicatie.
Je kunt onderscheid maken tussen een zender, een boodschap en een ontvanger en je kunt uitleggen hoe ruis communicatie negatief kan beïnvloeden.
Je kunt de volgende vormen van communicatie herkennen en uitleggen: verbaal en
non-verbaal, direct en indirect, eenzijdig en meerzijdig.
Je kunt het verschil uitleggen tussen formele en informele communicatie.
Je kunt iemand klantvriendelijk te woord staan.
Je kunt een aantal communicatiemiddelen die gebruikt worden voor klantcontact beschrijven en je kunt kiezen welk middel passend is in een bepaalde (werk)situatie.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je kunt de techniek LSD (luisteren, samenvatten en doorvragen) toepassen en kent het belang van de juiste woordkeuze en gesprekstechniek.
Je kunt open en gesloten vragen stellen en in een gesprek herkennen welke soort er ingezet moet worden.
Je kunt uitleggen welke zaken van belang zijn bij een goede ontvangst en een gesprek met een klant passend openen.
Je kunt een gesprek passend afsluiten.
Je checkt hoeveel je weet van deze taakmodule met deze Slottest.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stichting Praktijkleren
Simulatie van de praktijk: leerjaar 1 Basis (werken op een kantoor) en leerjaar 2 en 3 vakgericht

Jouw persoonlijke instellingen, via jouw naam bovenin.
Tabblad Persoonlijke instellingen - Klas +  Jaartal cohort met 2 letters Voorbeeld: 1lis124
Tabblad Voorkeuren - Startpagina:  Business Services

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stichting Praktijkleren - leerjaar 1 - Business Services - Basis
Elk onderdeel/werkproces wordt afgesloten met een examen waarvoor je minimaal een 5,5 moet halen (op elk examen minimaal 5,5).
Examen Frontoffice in toets- en examenweek deze periode (= laatste week van deze periode).
Periode 1
Periode 2
Periode 2 + 3
Periode 3 + 4

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning staat in Canvas incl. link naar de LessonUp lessen

Deadline opdrachten hoor je van de docent.
Maar wacht niet tot het laatste moment!

Sommige opdrachten via Canvas inleveren
Examen -> Alles inleveren via Canvas!!

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdrachten op tijd gemaakt en evt. ingeleverd via Canvas
= Voldoende of Goed 
= 1 studiepunt

Examen
= minimaal 5,5
+ De te behalen studiepunten staan in het Studievoortgangsboekje.




Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Elke les en bij het examen mee:
Laptop + lader + oortjes/koptelefoon

In opdrachten kunnen geluidsfragmenten en video's voorkomen.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stichting Praktijkleren - Business Services - Leermiddelen Basisdeel
Frontoffice

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze week: Taakmodule Communiceren met de klant 1
Elke taakmodule heeft
Regels = Opdrachten

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Frontoffice
Waar denk je aan?

Slide 12 - Carte mentale

Front office staat voor het deel van een organisatie dat in contact komt met klanten. Denk hierbij aan de marketing afdeling, verkoop of klantondersteuning.
Welkom!
Taakmodule 
Communiceren met de klant 1

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Wat zijn interne klanten?
2. En wat zijn externe klanten?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een klant? 
Verschil tussen interne en externe klanten
Interne klanten = zijn je contacten en relaties binnen de eigen organisatie, zoals een collega of leidinggevende. 
Externe klanten = contacten of relaties buiten de eigen organisatie

Klant koopt iets, een cliënt maakt gebruik van een dienst. 

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Interne klanten zijn het belangrijkst.
Ja
Nee

Slide 16 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Herkenbaar? 
Je bent in gesprek of je luistert naar een presentatie en dan gebeurt er dit: 
- je gedachten dwalen af 
- je begint te tekenen 
- je luistert passief 

Hoe komt dat denk je? 


Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luister actief! 
- Maak oogcontact 
- Zorg voor een vriendelijke gezichtsuitdrukking 
- Maak instemmende geluiden 
- Knik regelmatig met je hoofd 

Wat is een goede luisterhouding ? 
open vs gesloten lichaamshouding 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Goed spreken 
Let op: 
volume, tempo, toon, uitspraak 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ruist? 
In het proces van zenden en ontvangen kan er van alles misgaan.  
Dit noemen we ruis. 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ruist? 
Interne ruis =speelt af in iemands eigen hoofd. Voorbeeld? 

Externe ruis= komt van buiten. Voorbeeld? 

Gevolgen van ruis= miscommunicatie, boodschap komt niet goed over. 

Slide 22 - Diapositive

Interne ruis: hoofdpijn, tijdgebrek, ander uitgangspunt
Externe ruis: omgevingsgeluid, afwijkend kleding, slechte verbinding, dialect


Oorzaken van ruis:
1. De zender is belangrijke informatie vergeten
2. De boodschap wordt verkeerd of maar gedeeltelijk "uitgepakt"
3. het medium is niet geschikt voor de boodschap
Communicatievormen
Communicatie = het uitwisselen van informatie

1. Wat verbale communicatie?
2. Wat is non-verbale communicatie

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatievormen 
Communicatie = het uitwisselen van informatie 

Verbaal: boodschap overbrengen met woorden (mondeling of schriftelijk). 

Non-verbale communicatie: boodschap overbrengen zonder woorden. Voorbeeld: lichaamstaal, gebaren

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatievormen 
Directe informatie = alle vormen van communicatie waarbij de ontvanger direct kan reageren. Voorbeeld? 
Indirecte informatie= de boodschap wordt niet direct ontvangen. Je krijgt niet direct een antwoord terug. Voorbeeld? 
Eenzijdige communicatie = eenrichtingsverkeer. Voorbeeld? 
Meerzijdige communicatie= je bent zowel zender als ontvanger. Voorbeeld? 

Slide 25 - Diapositive

Eenzijdige communicatie: kranten, boeken, films
Heel (in)formeel 
Het is belangrijk om te snappen wat voor taal je moet gebruiken in een bepaalde situatie.

Je leidinggevende aanspreken met ‘Yo gappie’ is niet gepast. Maar bij je vriendengroep is dat misschien juist een gebruikelijke begroeting. 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heel (in)formeel 
Formeel taalgebruik is de vorm waarin zakelijke of plechtige woorden en woordcombinaties gebruikt worden. Wanneer gebruik je het?
Informeel taalgebruik is losser, niet zakelijk. Wanneer gebruik je het?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Deze les en de volgende les.
Taakmodule Communiceren met de klant 1
Regel 1 Wat is een klant? A
Regel 2 Goed communiceren: A (vraag 3 + vraag 4 via Canvas), B via Canvas
Regel 3 Het ruist? A, B en C
Regel 4 Communicatievormen: A, B en C, A en B via Canvas
Regel 5 Heel (in)formeel: A, B, C en D
Regel 6 Klantvriendelijk: A en B, B via Canvas
Regel 7 Communicatiemiddelen: A en B, A alleen lezen
Regel 8: De toon maakt de muziek: A en B, A alleen bekijken en lezen, B A alleen bekijken en lezen
Regel 9 Open en gesloten vragen: A en B
Regel 10 Een eerste indruk: A ,B en C, A1 en C via Canvas
Regel 11 Einde gesprek: A en B, A via Canvas
Regel 13 Slottest: minimaal 80%



Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vragen?
Stel ze als je er niet uitkomt!

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions