introductie Taaldorp (Loket Zwijndrechtse Waard

introductie Taaldorp
Op je tafel ligt een blaadje: 
Vertaal het volgende gesprek en oefen dit gesprek met je buurman/ buurvrouw
leerling A- Hoi, wat is je naam?
Leerling B - zegt naam.
Leerling A- kun je jouw naam spellen?
Leerlin B spelt naam in Engels
Wissel van rol
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

introductie Taaldorp
Op je tafel ligt een blaadje: 
Vertaal het volgende gesprek en oefen dit gesprek met je buurman/ buurvrouw
leerling A- Hoi, wat is je naam?
Leerling B - zegt naam.
Leerling A- kun je jouw naam spellen?
Leerlin B spelt naam in Engels
Wissel van rol

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben we de vorige les gedaan?
Het is heel lang geleden dat we een les hebben gehad. Wat hebben jullie bij mijn collega gedaan?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we deze les doen?
Lesdoel: Je weet wat het Taaldorp inhoudt en je kan uitleggen wat het ene gesprekje beter maakt dan het andere en een begin maken met oefenen.
(openings opdracht en 1 of 2 voorbeelden +/- 5 minuten)
A Wat is Taaldorp?+/- 10 minuten
B- We gaan naar 3 gesprekjes op papier kijken en welke het minst goed is en welke het best (en waarom?) +/- 10/15 minuten
C - wat maakt het ene gesprek beter dan het andere gesprek? +/- 5 minuten
D- We gaan gesprekje B vertalen en in een WORD document zetten en dan oefenen +/- 20 minuten
E- we wisselen van gesprekspartner en doen het gesprekje +/- 5 minuten



Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel: Je weet wat het Taaldoprp inhoudt en je kan uitleggen wat het ene gesprekje beter maakt dan het andere en een begin maken met oefenen.
F- mensen beschrijven +/- 10 minuten
G- scoreformulier
H -vertaal gesprek C - op word bestand +/- 10 minuten
I- Afsluiting- Wat heb je geleerd en check +/- 5 minuten

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

A Taaldorp
Wat is een taaldorp? Bij een taaldorp moet je op bepaalde plekken in de school gesprekjes doen. In ons geval zijn er 3 onderdelen:
- politiebureau
-restaurant
-Dokter

Bij elke plek zitten 1 of meerdere docenten en je moet daar een gesprek voeren in het Engels. Je krijgt een beoordeling bij elk gesprek. De punten worden opgeteld en het gemiddelde levert dan je cijfer op voor het Taaldorp.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De voorbereiding
-At the police station-, -At the restaurant, at the doctor's- 
3 gesprekjes vertalen  op een word bestand 
- bewaren in mapje op laptop
- oefenen met de gesprekjes tijdens de lessen

- Je mag improviseren / dingen toevoegen- maar gesprekjes zijn richtlijnen


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Taaldorp
Wanneer?  de laatste toetsweek 1 juli , of 3 juli
Waar? waarschijnlijk in lokaal 1.05 bij techniek. 
Hoe?  - minstens 1 week van te voren de indeling via It's Learning
-op de gang krijg je scoreformulier
- 3 onderdelen: politie, dokter, restaurant
Bij elk onderdeel:
- geef scoreformulier
-lees voorbeeld gesprek
- doe gesprek
- neem scoreformulier mee en volg pijlen
- bij uitgang lever je scoreformulier in - Vragen?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

B  Worst , good, best
Wat?  leg de 3 gesprekjes van slecht, goed, best
Waarom? Je leert wat het ene gesprekje beter maakt dan het andere
Hoe?  In groepjes van 3/4 lees je de gesprekjes. In overleg bespreek je welke minst , beter , best is
Hulp?  vraag je docent 
Tijd?  +/- 10  min docent geeft teken
Uitkomst?  docent vraagt elk groepje wat ze vonden en vergelijkt
Klaar?  geef aan bij docent en wacht even






Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

C Wat maakt het ene gesprek beter dan het andere?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat maakt het ene gesprek beter dan het andere?
- gebruik volledige zinnen
- Wees beleefd, gebruik beleefdheidsvormen
- correctheid- de juiste woorden en grammatica
- volledigheid- meer informatie (relevant)
- informatie die de persoon die vraagt beter helpt

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze gesprekken zijn geschreven- wat maakt het ene gesprek beter dan het andere wanneer je het hoort?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

D Gesprek B vertalen en oefenen
Wat?  Vertaal gesprek op word bestand  Gesprek hard op oefenen.
Waarom? Je  denkt na over wat je zegt en je oefent met de uitspraak en het gesprek
Hoe?  Je zit weer op je eigen plek, vertaalt het gesprek. Je gaat het gesprekje hard op oefenen . Daarna wissel je van rol.
Hulp?  Uit je hoofd, of gebruik Google vertalen of vraag buurman/vrouw / docent
Tijd? +/- 20 minuten- docent geeft teken.
Uitkomst?  je kan dit gesprekje hard op doen- docent kan voorbeelden vragen
Klaar?  Als je 2x het gesprekje hebt gedaan dan ga je rustig stil zitten. Docent geeft een teken.







Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

E Je gaat nu van plek wisselen. 
Zit je in de middelste rij van 2, dan schuift de persoon die rechts zit een plek naar voren (zit je vooraan dan ga je naar de achterste plek van dezelfde rij)

Zit je in de rijen aan de muurkanten , dan schuift de persoon die het dichst bij het midden zit 1 plek naar voren (zit je vooraan dan ga je naar de achterste plek van die rij
Doe nu het gesprekje nog 2x
(ben je klaar, dan wacht je )

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

F Personen beschrijven
It's a man. He has brown/ dark/ blond / red hair.
It is a girl/ woman. She has blue/grey/ brown eyes.
He has a moustache/ beard / sideburns 
She was wearing a blue skirt / red dress/ black jacket
He was wearing a long coat / boots/ sneakers

Slide 14 - Diapositive

Bij het gesprekje van het politiebureau moet je mensen beschrijven. Je mag dit ietsje uitgebreider doen dan daar aangegeven staat.
Wij gaan zo wat plaatjes van mensen bekijken. Je maakt dan (eventueel) aantekeningen op een blaadje en na 30 seconden/ een minuut ga ik iemand vragen om de persoon te beschrijven.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Describe your neighbour
Docent gaat nu een aantal leerlingen vragen om hun buurman / buurvrouw te beschrijven.

Je hebt ongeveer 1 minuut om na te denken.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

G Scoreformulier
Inhoud: 1,2, of 3 punten- komt de boodschap over
Correctheid: 1,2, of 3 punten- juiste woorden, grammatica
Uitspraak en vloeiendheid: 1,2,of 3 punten- 
Bonus: 1 (improviseer je, voeg je wat extra's toe
Aantal punten dus max 10
Dit gebeurt bij elk onderdeel ; punten worden bij elkaar opgeteld en gedeeld door 3; dat is je cijfer

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

H Gesprek At the police station stituatie C vertalen
en oefenen
Wat? gesprek C  politie vertalen op word bestand. Hard op oefenen.
Waarom? Je denkt na over wat je zegt en je oefent met de uitspraak en het gesprek
Hoe? Je zit weer op je eigen plek, vertaalt het gesprek- word bestand. Opslaan in map.   Gesprekje hard op oefenen . Wissel je van rol.
Hulp? Uit je hoofd, of gebruik Google vertalen of vraag buurman/vrouw / docent
Tijd? +/- 20 minuten- docent geeft teken.
Uitkomst? je kan dit gesprekje hard op doen- docent kan voorbeelden vragen
Klaar? Als je 2x het gesprekje hebt gedaan dan ga je rustig stil zitten. Docent geeft een teken.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

I afsluiting- Wat heb je geleerd?
Lesdoel: Je weet wat het Taaldorp inhoudt en je kan uitleggen wat het ene gesprekje beter maakt dan het andere en je hebt een begin gemaakt met oefenen.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is het Taaldorp

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit hoe veel onderdelen bestaat het Taaldorp?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke 3 onderdelen (plekken) bestaat het Taaldorp

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke onderdelen vind je op het scoreformulier?
A
-Volledigheid -uitspraak en vloeiendheid -grammatica en spelling - bonus
B
- beleefdheid -uitspraak en vloeiendheid - articulatie -bonus
C
- inhoud - uitspraak en vloeiendheid -articulatie -bonus
D
-inhoud -uitspraak en vloeiendheid - grammatica en woordgebruik -bonus

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kun jij je voor en achternaam spellen?
(ja, nee, alleen voornaam, alleen achternaam)

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zou je de 2, of 3 gesprekjes van the police station al zonder vertaling kunnen doen?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoel: Je weet wat het Taaldorp inhoudt en je kan uitleggen wat het ene gesprekje beter maakt dan het andere.

Is het lesdoel bereikt?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions