Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Onderwerp + lijdendvoorwerp
We leren vandaag wat het lijdend voorwerp is.
Maar eerst een klein herhaling.
Wat is het onderwerp.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
1 / 15
suivant
Slide 1:
Diapositive
Taal
Basisschool
Groep 6-8
Cette leçon contient
15 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
15 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
We leren vandaag wat het lijdend voorwerp is.
Maar eerst een klein herhaling.
Wat is het onderwerp.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
Slide 1 - Diapositive
Het onderwerp
Het onderwerp is de persoon/het ding/het dier in de zin die iets doet.
De kat vangt een muis.
Het huis beeft door de aardbeving.
Slide 2 - Diapositive
Wat is het onderwerp in de zin 'De kat ligt te slapen op de bank'?
A
slapen
B
De kat
Slide 3 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin 'De kinderen spelen in de tuin'?
A
De kinderen
B
de tuin
Slide 4 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin 'Bakt mijn moeder een taart?'
A
Bakt
B
mijn moeder
Slide 5 - Quiz
Het werkwoordelijk gezegde
Dit zijn alle werkwoorden in een zin.
Slide 6 - Diapositive
Vind het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin: "Hij eet een groene appel."
A
Hij
B
eet
C
een groene appel
D
eet , een groene appel
Slide 7 - Quiz
Vind het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin: "Ze hebben mijn fiets gesloopt!"
A
Ze, mijn
B
hebben
C
mijn fiets
D
hebben, gesloopt
Slide 8 - Quiz
Lijdend voorwerp
Hij trapt met veel kracht de voetbal verweg
Hij / trapt / met veel kracht /de voetbal / verweg
Ik zoek het onderwerp
Ik zoek het werkwoordelijk gezegde
Ik stel de vraag Wie of wat .......
Het antwoord is:
Slide 9 - Diapositive
Vind het lijdend voorwerp in de volgende zin: "Ik geef mijn moeder een cadeau."
A
geef
B
een cadeau
C
Ik
D
mijn moeder
Slide 10 - Quiz
Vind het lijdend voorwerp in de volgende zin: "Hij leest een interessant boek."
A
een interessant boek
B
leest
C
een
D
Hij
Slide 11 - Quiz
Vind het lijdend voorwerp in de volgende zin: "Zij koopt nieuwe schoenen."
A
Zij
B
schoenen
C
koopt
D
nieuwe schoenen
Slide 12 - Quiz
Vind het lijdend voorwerp in de volgende zin: "Wij hebben verse groenten gegeten."
A
gegeten
B
hebben
C
verse groenten
D
Wij
Slide 13 - Quiz
Vind het lijdend voorwerp in de volgende zin: "De kat vangt een muis."
A
De kat
B
een muis
C
vangt
Slide 14 - Quiz
Vanmiddag gaan we hiermee verder.
Nu nog tijd voor een klein spelletje?
Slide 15 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Onderwerp + lijdendvoorwerp
October 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Taal
Basisschool
Groep 6-8
Les 5 (21 september 2024)
September 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 12
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
May 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Taal
Primary Education
Nederlands
March 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Talent 3.7 Grammatica Meewerkend voorwerp
November 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2-4
2ASW: Actieve en passieven zinnen + handelend voorwerp
February 2025
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Woordvolgorde
June 2022
- Leçon avec
24 diapositives
English
Tertiary Education
Talent 3.7 Grammatica zinsontleden
January 2025
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo
Leerjaar 1,2