vervoegen en voltooid deelwoord
1 / 15
La durée de la leçon est: 10 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
du ........................ (weinen)
du ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
du ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 2 - Question ouverte
er....................... (kaufen)
er ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
er ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 3 - Question ouverte
ihr ........................ (haben)
ihr ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
ihr ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 4 - Question ouverte
es ........................ (suchen)
es ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
es ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 5 - Question ouverte
wir ........................ (wollen
wir............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
wir............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 6 - Question ouverte
Agnes ........................ (tanzen)
Agnes.............. ................... (heben + voltooid deelwoord)
Agnes.............. ................... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 7 - Question ouverte
Agnes und Max..................... sich (freuen)
Agnes und Max ............... sich ................... (heben + voltooid deelwoord)
Agnes und Max ............... sich ................... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 8 - Question ouverte
Die Tomate....................... (schmecken)
Die Tomate ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
Die Tomate ............... ................... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 9 - Question ouverte
Der Vater ............... (träumen)
Der Vater ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
Der Vater ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 10 - Question ouverte
sie (e.v) ............... (machen)
sie (e.v) ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
sie (e.v) ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 11 - Question ouverte
Der Vater ............... (träumen)
Der Vater ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
Der Vater ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 12 - Question ouverte
Der Schüler............... (lernen)
Der Schüler ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
Der Schüler ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 13 - Question ouverte
du .............. (kochen)
du ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
du ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
Slide 14 - Question ouverte
ihr ............... (lachen)
ihr ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
ihr ......... ............... (heben + voltooid deelwoord)
