Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
3 K NaSk
Hoofdstuk:
1
Paragraaf:
4. Elektriciteit en veiligheid
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we vandaag doen?
Vragen over stof vorige keer
Moeilijke vragen huiswerk?
Uitleg paragraaf 4
Aan de slag
Slide 2 - Diapositive
formule van vermogen is
A
vermogen = spanning / stroomsterkte
B
vermogen = spanning x stroomsterkte
C
vermogen = spanning + stroomsterkte
D
vermogen = spanning - stroomsterkte
Slide 3 - Quiz
Het vermogen van een wasmachine is ... dan het vermogen van een telefoon.
A
Kleiner
B
Ongeveer hetzelfde
C
Groter
D
Kan je niet weten
Slide 4 - Quiz
Energieverbruik (kwh) = vermogen (kw) x tijd (h)
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Het energieverbruik kun je meten. In welke eenheid meet je het energieverbruik?
A
ampère (A)
B
kilowattuur (kWh)
C
volt (V)
D
watt (W)
Slide 6 - Quiz
Energieverbruik = vermogen x tijd. Een wasmachine van 1000W staat 1uur en 30min aan. Bereken het energieverbruik in kWh.
A
Energieverbruik =
1000 : 1.5 = 666.7 kWh
B
Energieverbruik =
1000 x 1.5 = 1500 kWh
C
Energieverbruik =
1 x 1.5 = 1.5 kWh
D
Energieverbruik =
1 x 1.30 = 1.3 kWh
Slide 7 - Quiz
Vragen over het huiswerk?
Slide 8 - Diapositive
Uitleg
kader
wat?
uitleg over Elektriciteit en veiligheid
gedrag
leerling
- opletten
- aantekeningen maken
- vragen stellen
tijd?
ca. 10 min
Slide 9 - Diapositive
Titel
Lesdoel;
Begrippen; Forules
Je kunt beschrijven welke twee gevaren het gebruik van elektriciteit met zich meebrengt.
Je kunt beschrijven welke twee gevaren het gebruik van elektriciteit met zich meebrengt.
Je kunt uitleggen wat wordt bedoeld met enkele isolatie en met dubbele isolatie.
Je kunt de functie van zekeringen, aardlekschakelaars en randaarde beschrijven.
- dubbele isolatie
- installatieautomaten
- smeltveiligheid
- aardlekschakelaars
- aarddraad
-randaarde
Formules:
geen nieuwe
Slide 10 - Diapositive
Voorkennis
Heb jij al eens een schok gehad door elektriciteit ?
Slide 11 - Diapositive
Gevaren
1) Brand bij kortsluiting of
overbelasting.
2) Schok.
Slide 12 - Diapositive
enkele/dubbele isolatie
Bij een apparaat met dubbele isolatie is er een extra isolatielaag en meestal een plastic buitenkant.
Slide 13 - Diapositive
Huisinstallatie / Meterkast
Groepenkast + Zekeringen
Aardlekschakelaar
Hoofdschakelaar
Kilowattuur-meter
Hoofdzekering
Slide 14 - Diapositive
Onderdelen van een meterkast
kilowattuur-meters links nieuw- rechts oud
hoofdschakelaar
zekeringen
Aardlekschakelaar
Slide 15 - Diapositive
Zekeringen
Groepszekering: deze springt boven
de 16 A om brand door oververhitting
te voorkomen.
Installatieautomaat: een
elektronische zekering.
Slide 16 - Diapositive
Aardlekschakelaar
Deze vergelijkt de stroom tussen de fasedraad en nuldraad. Is het verschil tussen deze draadjes groter dan 30 mA, dan springt de aardlekschakelaar om.
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Randaarde
Een geel/groene draad die via de metalen buitenkant van een apparaat via het snoer naar de rand van het stopcontact gaat.
De randaarde voorkomt stromen door je lichaam.
Slide 19 - Diapositive
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Even checken
Slide 23 - Diapositive
Boven hoeveel Ampère is stroomsterkte levens gevaarlijk?
A
1 A
B
1 mA
C
10 mA
D
100 mA
Slide 24 - Quiz
Kees die gaat zijn telefoon opladen maar ziet dat zijn telefoon snoer kapot is. Kees stop het snoer in het stopcontact en krijgt een schok. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 25 - Quiz
Kortsluiting ontstaat door......
A
zekeringen in de meterkast.
B
beschadigde stroomdraden.
Slide 26 - Quiz
In de meterkast zitten verschillende dingen voor de veiligheid. Een ding is niet voor de veiligheid maar voor de stroomleverancier zodat je niet te weinig (of te veel) hoeft te betalen. Hoe heet dat ding.
A
aardlekschakelaar
B
hoofdschakelaar
C
de zekering
D
de kilowattuur meter
Slide 27 - Quiz
Wat schakelt de stroom uit bij over-belasting?
A
De meterkast
B
Het apparaat
C
Iets in de draden
D
Een veiligheid in de meterkast
Slide 28 - Quiz
Welk onderdeel in de meterkast meet of er stroom 'weg lekt'? (Klik op de afbeelding voor een vergroting)