Begrippen quiz hoofdstuk 1 Het werkveld commercie

Customer Journey
Begrippen quiz hoofdstuk 1

Docenten
Conny Nienhuis 
Elise van der Velde
Wim Lamers

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
Customer JourneyMBOStudiejaar 2-4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Customer Journey
Begrippen quiz hoofdstuk 1

Docenten
Conny Nienhuis 
Elise van der Velde
Wim Lamers

Slide 1 - Diapositive

Wat doet een accountmanager vooral?
A
Producten ontwerpen
B
Klanten werven en relaties onderhouden
C
Financiële administratie bijhouden
D
Pakketten verzenden

Slide 2 - Quiz

Wat is het verschil tussen binnendienst en buitendienst?
A
Binnendienst werkt in de fabriek, buitendienst in het magazijn
B
Binnendienst verkoopt aan particulieren, buitendienst aan bedrijven
C
. Binnendienst werkt vanuit kantoor, buitendienst bezoekt klanten
D
Binnendienst werkt op zaterdag, buitendienst doordeweeks

Slide 3 - Quiz

Wat betekent het begrip ‘commercie’?
A
Alles wat te maken heeft met communicatie
B
. Alles wat te maken heeft met geld inzamelen voor goede doelen
C
Alles wat te maken heeft met verkoop en winst maken
D
Alles wat met personeelszaken te maken heeft

Slide 4 - Quiz

Wat is de taak van een commercieel directeur?
A
De personeelsplanning maken
B
Verantwoordelijk zijn voor verkoopresultaten en strategie
C
Alleen maar presentaties geven
D
Producten ontwikkelen

Slide 5 - Quiz

Waarvoor gebruik je een CRM-systeem?
A
Voor het maken van facturen
B
Voor klantgegevens beheren en contactmomenten bijhouden
C
Voor het ontwerpen van een website
D
Voor het aanmaken van vacatures

Slide 6 - Quiz

Wat is e-commerce?
A
Alles wat te maken heeft met winkels in de stad
B
Producten promoten via radio en tv
C
Handel via internet, zoals webshops
D
Het organiseren van evenementen

Slide 7 - Quiz

Wat is een functie?
A
Een werkplek binnen een kantoor
B
Een soort opleiding
C
De rol of het beroep dat je uitvoert binnen een bedrijf
D
Een taak die je uitvoert op je werk

Slide 8 - Quiz

Wat betekent ‘klantreis’? (customer journey)
A
De route van de klant naar de winkel
B
De volgorde waarin klanten een product inpakken
C
Alle momenten waarop een klant contact heeft met een bedrijf
D
De planning van de reis van een vertegenwoordiger

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen warme en koude acquisitie?
A
Warm is via de telefoon, koud via e-mail
B
Warm is bij bestaande klanten, koud bij onbekende klanten

Slide 10 - Quiz

Wat is retail?
A
Groothandels die alleen aan bedrijven verkopen
B
Verkoop aan consumenten via winkels of webshops
C
Een reclamestrategie
D
Een reclamestrategie

Slide 11 - Quiz

Wat zijn de 4 P’s van marketing?
A
Product, Prijs, Plaats, Promotie
B
Promotie, Personeel, Planning, Productie
C
. Productie, Prijs, Personeel, Prestatie
D
Prijs, Planning, Pakket, Proces

Slide 12 - Quiz

Waarom zijn de 4 P’s belangrijk?
A
Ze zijn alleen voor grote commerciële bedrijven van toepassing
B
Ze bepalen de functie en taken bij een bedrijf
C
Ze helpen bij het succesvol vermarkten van een product

Slide 13 - Quiz