2.2Een etentje thuis

2.2Een etentje thuis
2.2 Een etentje thuis

Leerdoelen
Ik kan de verschillen tussen betaalde en onbetaalde productie benoemen.
Ik kan aangeven wat er nodig is voor de productie
1 / 7
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 7 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

2.2Een etentje thuis
2.2 Een etentje thuis

Leerdoelen
Ik kan de verschillen tussen betaalde en onbetaalde productie benoemen.
Ik kan aangeven wat er nodig is voor de productie

Slide 1 - Diapositive



Introductie
Lana en Armaan krijgen bezoek. Ze hebben vrienden uitgenodigd om te komen eten. Ze gaan een Surinaams-Hindoestaanse maaltijd voor hen koken.

Slide 2 - Diapositive

Onbetaalde productie
Een deel van de productie is onbetaald. Denk bijvoorbeeld aan de productie thuis, zoals eten koken, de was doen en de fiets repareren. Deze onbetaalde productie gebeurt door de consumenten zelf. Ze produceren voor hun eigen behoeften of voor elkaars behoeften.

Slide 3 - Diapositive

Hulpmiddelen bij productie
Er is alleen sprake van productie als er iemand is die het werk wil doen. Daarnaast heb je gereedschap nodig. Je kunt bijvoorbeeld geen brood snijden zonder broodmes. En je kunt de was niet strijken zonder strijkplank en strijkbout. Er is arbeid en er zijn hulpmiddelen nodig bij de productie voor de eigen behoeften.

Slide 4 - Diapositive

Natuur
Je kunt niet produceren zonder een bijdrage van de natuur. De natuur zorgt bijvoorbeeld voor water en zonlicht. Zonder water kun je niet koken en zonder zon groeit er geen voedsel.

Slide 5 - Diapositive

Zelf produceren of uitbesteden
Consumenten kunnen kiezen: produceer je zelf of besteed je de productie uit aan een bedrijf? Als je productie uitbesteedt, moet je ervoor betalen. Consumenten besteden meestal alleen productie uit waar ze zelf geen zin in of geen tijd voor hebben. En veel producten kun je niet zelf maken.

Slide 6 - Diapositive

Waarde productie thuis
Consumenten kunnen productie door een bedrijf laten doen. Maar ze sparen geld uit door de productie zelf te doen. Je kunt die besparing uitrekenen. Je rekent dan eerst uit wat de eigen productie kost. Daarna reken je uit wat je betaalt voor dezelfde productie bij een bedrijf. Het verschil tussen beide bedragen is de waarde van de productie thuis.

Slide 7 - Diapositive