WEBB Monetaire zaken H2 (2 lessen)

• Economie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Welkom

4 vwo ECONOMIE  ||  2023-2024

Wat zijn de drie functies van geld?

Op mijn spaarrekening staat € 100.
Is dit chartaal geld of giraal geld?

1. chartaal
2. giraal
3. geen van beide
4. beide

Munten is een voorbeeld van...

1. chartaal geld
2. giraal geld

Ik heb op mijn bankrekening €50. Ik ga naar de bank en pin €25. Wat gebeurt er met mijn geldhoeveelheid?

1. Giraal stijgt, chartaal stijgt
2. Giraal stijgt, chartaal daalt
3. Giraal daalt, chartaal stijgt
4. Giraal daalt, chartaal daalt

Als je contactloos betaalt ...
wat gebeurt er dan met jouw chartale
en girale geld?

1. chartaal: blijft gelijk giraal: neemt toe
2. chartaal: neemt toe giraal: neemt toe
3. chartaal: neemt af giraal: neemt toe
4. chartaal: blijft gelijk giraal: neemt af

Een ander woord voor contant geld is?

1. euro
2. bankpas
3. giraal geld
4. chartaal geld

De nominale (extrinsieke) waarde is de waarde die op de munt staat

maken

2.1 t/m 2.8

Wet van Gresham

Wet van Gresham:”Bad money drives out good money”. Munten met hoge intrinsieke waarde 

worden bewaard en alleen munten 

met lage intrinsieke waarde worden 

uitgegeven. 

“Bad money” blijft dus in omloop, “good money” verdwijnt.

De waarde van geld

Hoeveel is geld waard?

Kernwoorden:

- intrinsieke waarde

- nominale waarde

- interne waarde

- externe waarde

- Wet van Gresham

Nominale waarde 

Intrinsieke waarde 

Interne waarde

• Gaat over de koopkracht van een munt. 
• Oftewel:  hoeveel goederen/diensten kan ik met 1 euro         kopen?

• Waardoor kan deze interne waarde (=koopkracht) dalen? 
• Door inflatie!

Waarde van geld

Externe waarde:  De waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt. 

Dit wordt aangeduid met een 
Wisselkoers

https:

Waarom zal de overheid of banken voor een depositogarantiestelsel zijn?

1. 0
2. 50
3. 100
4. 150

Hoeveel ontvangstbewijzen zijn er nu?

1. 0
2. 50
3. 100
4. 150

maken H2

2.1 t/m 2.15

overslaan 2.9

Aan het werk

Les 1: maken tot en met 2.8

Les 2: maken tot en met 2.15 (2.9 niet).

Nakijken

Zelftest