Les 17: Mijn boek, jouw boek

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Doel

Ik kan bezittelijk voornaamwoorden schrijven.

Dit is _______ boek.

1. Jou
2. Jouw

Dit boek is van _________.

1. Jou
2. Jouw

Grammatica

Bezittelijk voornaamwoord: 

• Bezit: van wie is het?

Grammatica

Bezittelijk voornaamwoord: 

• Bezit: van wie is het?

Het is mijn huis.

Het is jouw huis.

Het is zijn huis.

Grammatica

ik	mijn
jij	jouw, je
u	uw
hij	zijn
zij	haar

Grammatica

ik	mijn
jij	jouw, je
u	uw
hij	zijn
zij	haar

wij	ons, onze
jullie	jullie
zij	hun

Grammatica

ik	mijn
jij	jouw, je
u	uw
hij	zijn
zij	haar

wij	ons, onze
jullie	jullie
zij	hun

het

de

Schrijf een
bezittelijk voornaamwoord.

Dit is _______ telefoon.

1. haar
2. hij
3. zij
4. jij

Dit is _______ huis.

1. u
2. uw
3. zij
4. jij

Dit is _______ lievelingsfilm.

1. ik
2. zij
3. zijn
4. jij

Dit is _______ favoriete acteur.

1. ik
2. zij
3. hij
4. onze

hij
Dit is ________ tekening.

ik
Dit is ________ tas.

zij
Dit is ________ hond.

wij
Dit is ________ school.

Grammatica

Weet je het nog?

De tafel - welke tafel?

Het huis - welk huis?

Grammatica

De tafel - onze tafel (denk aan: welke)

Onze tafel staat in de klas.

Onze school is mooi.

Het huis - ons huis (denk aan: welk)

Ons huis staat in het dorp. 

Ons boek gaat over Nederland. 

______ tas is blauw en groot.

1. Ons
2. Onze

Wat vind je van _______ hondje?

1. Ons
2. Onze

ons of onze?
Ik ben blij met _______ goede cijfers.

Grammatica

Let op!

Het is jouw jas. 

De jas is van jou. 

Het is uw rugzak. 

De rugzak is van u.

Boek: Grammatica

Ga naar les 17.

Maak de vraag 51, 52, 53 en 54.

Klaar? 

Roep de docent. 

Werk in Diglin+.

Tot morgen!