EIGEN 3.6 Het parlement controleert

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

3.6 Het parlement controleert

Op welke manier oefent het parlement de macht uit?

Een aantal begrippen

- Fractie = Kamerleden van een partij

- Coalitie = de partijen die de regering vormen

- Oppositie = partijen die niet in de regering zitten

Trias Politica

Het parlement bestaat uit...

1. De Tweede Kamer
2. de Eerste Kamer
3. de Eerste en Tweede Kamer
4. De Tweede Kamer en het kabinet

Het parlement controleert de

1. rechters
2. regering
3. ministers
4. de koning

Het parlement is onze volksvertegenwoordiging. Hoe wordt het parlement gekozen?

1. Door de burgemeester.
2. Door de Koning.
3. Door de burgers.
4. Door de minister-president.

Wie zitten er in het parlement?

1. Volksvertegenwoordigers
2. Staatssecretarissen
3. Ministers
4. Alleen maar hoogopgeleide mensen

Wie heeft de wetgevende macht?

1. Parlement
2. Regering
3. Rechters
4. Kabinet

Parlement

Kabinet

Kabinet EN Parlement

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Verantwoording afleggen

Ministers

Kamerleden

Staatssecretarissen

Controlerende taak

Geen oppositiepartijen

Ministeriële verantwoordelijkheid

Motierecht

Recht van amendement

Eerste Kamer

Regeerakkoord

Tweede Kamer

Recht van interpellatie

Budgetrecht

Volksvertegenwoordiging

Formatie

Coalitie- en oppositie

Wetgevende taak

Wetsvoorstellen indienen

4HB Lezen & Maken 

opdr. 1 t/m 8,
10 11, 14
p. 90 t/m 92 werkboek 

4HC Lezen & Maken 

opdr. 1 t/m 8

4HC welkom 

maandag 20 mei 

4HB welkom 

maandag 20 mei 

De regering ....... 

Het parlement .............

Het parlement bestaat uit: ..............

Hoe controleert het parlement? 

Welke rechten heeft het parlement ook alweer? 

Macht van het Parlement

Taken van het parlement:

1.    (Mede)wetgeving.
2.    Controleren van de regering.

1e en 2e kamer wetgevende rechten:

• Stemrecht
• Budgetrecht
  

Extra wetgevend rechten 2e kamer:

• Recht van initiatief
• Recht van amendement
  

1e en 2e kamer controlerende rechten

• Het recht om vragen te stellen
  
• Het recht om een motie in te dienen
  
• Het recht van interpellatie
• Het recht van onderzoek en enquête
  

4HC Maak opdr. 11 & 14,
p. 92 en 93 

4HB Maak opdr. 9 & 14,
p. 91 en 93 

Nu naar par. 3.2