Voorzetsels

• Nederlands
• HBO
• Studiejaar 3

Voorzetsels – Waar? Wanneer? Hoe?

Today you will learn about:

– Prepositions of place (on, under, next to, in, in front of, behind…)

– Prepositions of time (before, after, since, during…)

– Prepositions of direction (to, until, along, over…)

Vandaag leer je over:

– Voorzetsels van plaats (op, onder, naast, in, voor, achter…)

– Voorzetsels van tijd (voor, na, sinds, tijdens…)

– Voorzetsels van richting (naar, tot, langs, over…)

What are Prepositions? | Wat zijn voorzetsels?

Prepositions show the relationship between words in a sentence. They tell us where, when, or how something happens.

– Prepositions of place show where something is.

– Prepositions of time show when something happens.

– Prepositions of direction show where something is going.

Voorzetsels geven de relatie aan tussen woorden in een zin. Ze vertellen ons waar, wanneer of hoe iets gebeurt.

– Voorzetsels van plaats geven aan waar iets is.

– Voorzetsels van tijd geven aan wanneer iets gebeurt.

– Voorzetsels van richting geven aan waar iets heen gaat.

Prepositions of Place | 

Prepositions of place tell us where something is located.

Examples: on, under, next to, in, behind, in front of

Voorzetsels van plaats vertellen ons waar iets zich bevindt.

Voorbeelden: op, onder, naast, in, achter, voor

Example sentences | Voorbeeldzinnen:

– The book is on the table. | Het boek ligt op de tafel.

– The cat is under the chair. | De kat zit onder de stoel.

– The store is next to the bank. | De winkel is naast de bank.

The pen is ___ the table. | De pen ligt ___ de tafel.

1. tussen
2. op
3. in de
4. naast

The dog is ___ the chair. | De hond zit ___ de stoel.

1. op
2. tussen
3. achter
4. onder

The school is ___ the park. | De school is ___ het park.

1. naast
2. tussen
3. in
4. boven

The dog is on the bed.
Hints: "de hond" en "het bed".

Tralalero Tralala is on the beach.
Hints: "het strand"

Prepositions of Time | Voorzetsels van Tijd

Prepositions of time show when something happens.

Examples: before, after, since, during, at

Voorzetsels van tijd geven aan wanneer iets gebeurt.

Voorbeelden: voor, na, sinds, tijdens, om

Example sentences | Voorbeeldzinnen:

– We will meet at 5 p.m. | We ontmoeten elkaar om 17.00 uur.

– She has been working here since January. | Ze werkt hier sinds januari.

– He will arrive after the meeting. | Hij komt na de vergadering.

We will leave ___ the weekend. | We gaan weg ___ het weekend.

The meeting starts ___ 9 a.m. | De vergadering begint ___ 9 uur 's ochtends.

He has been here ___ three days. | Hij is hier ___ drie dagen.

om

tijdens

voor

Prepositions of Direction | Voorzetsels van Richting

Prepositions of direction tell us where something is going.

Examples: to, until, along, over

Voorzetsels van richting geven aan waar iets heen gaat.

Voorbeelden: naar, tot, langs, over

Example sentences | Voorbeeldzinnen:

– I am going to the store. | Ik ga naar de winkel.

– The dog runs along the road. | De hond rent langs de weg.

– We walk over the bridge. | We lopen over de brug.

She is going ___ the bank. | Ze gaat ___ de bank.

1. in
2. naar
3. van
4. door

They walk ___ the park. | Zij lopen ___ het park.

1. weg van de
2. over
3. naar boven
4. door

I’m running ___ the street. | Ik ren ___ de straat.

1. door
2. rond
3. van
4. weg van

Pair Writing Activity: A Historical Moment in the Netherlands

Opdracht | Assignment:

In pairs, write a short historical story (8–12 sentences) about a moment in Dutch history.

You must use:

• 3 prepositions of place (plaats)
• 3 prepositions of time (tijd)
• 3 prepositions of direction (richting)

Voorbeeldverhaal

In 1945 liepen de mensen door de stad om de bevrijding te vieren. Ze stonden op de pleinen en wachtten voor het stadhuis.

Tijdens de ochtend kwamen de eerste soldaten in de stad aan.

Iedereen rende naar hen toe.

Ze dansten tot laat in de avond en hingen vlaggen aan de ramen.

Na het feest liepen ze blij langs de grachten naar huis.

Sinds die dag vieren we elk jaar op 5 mei onze vrijheid.

De kinderen zaten onder het balkon en zwaaiden naar de soldaten.

De soldaten liepen over de bruggen van de stad.

Maak een stripverhaal met ChatGPT

Nu je verhaal klaar is, gaan jullie het omzetten in een stripverhaal.

Opdracht:

Gebruik deze prompt om je verhaal naar ChatGPT te sturen (je mag het ook hardop voorlezen of overschrijven):

“Now that I have written this short story about Dutch history, can you turn it into a short comic book with 4 panels? Use the entire text, include characters, and show actions and feelings.”

Read and complete exercises from the booklet "50 Short Stories of Dutch History" to learn more about important events in the Netherlands.

Or, complete the worksheet practicing prepositions to improve your use of prepositions in sentences.

For students who finish early:

If you finish the writing task before others, you can choose one of these extra activities: