4.2 Welzijn

4.2 Welzijn
Open je boek op blz. 178 & pak je schrift erbij.
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

4.2 Welzijn
Open je boek op blz. 178 & pak je schrift erbij.

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen deze les?
  • Rood woord: begrip
  • Blauwe tekst: aantekening
  • Heb je een vraag of gaat het te snel --> laat het weten!
  • Bespreken = snel weer stil & laptop mag dan weer dicht

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
Als je klaar bent met deze les:
  • weet je hoe je welzijn van een land meet;
  • begrijp je dat welzijn meer zegt over de levensomstandigheden in een land dan welvaart;
  • begrijp je het verschil tussen de informele sector en de formele sector. 

Slide 3 - Diapositive

Herhaling:
Benoem voor elke sector een beroep.
1. primair: ..., 2. secundair: ..., 3. tertiair: ...

Slide 4 - Question ouverte

Vul in: Hoe lager de welvaart van een land, hoe meer mensen in de ... sector werken

A
primaire sector
B
secundaire sector
C
tertiare sector

Slide 5 - Quiz

'Het inkomen dat iemand nodig heeft om te kunnen voorzien in de basisbehoeften'
Welk begrip hoort hierbij?

Slide 6 - Question ouverte

  • Welvaart
  • Welzijn
De rijkdom van een land op basis van gemiddelde inkomen (bbp/inwoner)
'De rijkdom van een land op basis van levensomstandigheden'

Slide 7 - Diapositive

Welvaart en welzijn zegt dus iets over hoe ontwikkeld een land is.
Vaak hebben rijke landen ook een hoog welzijn.
Algemene regel: Rijkere landen hebben een hoger welzijn.
                              Armere landen hebben een lager welzijn.

Slide 8 - Diapositive

Hoe meet je het welzijn van een land?
Welzijnsindex: Human Development Index (HDI)
'Een cijfer dat aangeeft hoe de levensomstandigheden in een land zijn.'

3 onderdelen: 
1. Levensverwachting
2. Alfabetiseringsgraad                  
3. Koopkracht

Slide 9 - Diapositive

1. Levensverwachting 
Hoe oud mensen gemiddeld worden. 

Levensverwachting in Nederland:
  • voor mannen: 80,4 
  • voor vrouwen: 83,4

Slide 10 - Diapositive

2. Alfabetiseringsgraad
Het percentage mensen (ouder dan 15 jaar) wat kan lezen en schrijven

Slide 11 - Diapositive

Levensverwachting
Alfabetiseringsgraad
Wat valt er op?

Slide 12 - Diapositive

3. koopkracht
'Hoeveel je in een land kan kopen voor 1 euro'

Slide 13 - Diapositive

In welk land is de koopkracht het grootst?
A
Nederland
B
China
C
India
D
Zwitserland

Slide 14 - Quiz

Hoe hoger de koopkracht,
hoe ...?... het welzijn
A
hoger
B
lager

Slide 15 - Quiz

Bekijk bron 12, welk land heeft een levensverwachting die lager is de 80 jaar
A
Japan
B
Verenigde staten
C
China
D
Noorwegen

Slide 16 - Quiz

Formele sector

Informele sector
'officiële deel van de economie'

  • Bekend bij instanties 
  • meegerekend bij bbp

'niet officiële deel van de economie'
  • Onbekend bij instanties 
  • Niet meegerekend bij bbp

Slide 17 - Diapositive

Wat hoort niet bij de formele sector?
A
maandsalaris
B
pensioen opbouwen
C
alles zelf mogen houden
D
betaald krijgen als je ziek bent

Slide 18 - Quiz

Een beroep uit de informele
sector is...
A
Straatverkoper
B
Leraar
C
Schilder
D
Metselaar

Slide 19 - Quiz

Een beroep uit de formele sector
is...
A
statiegeldverzamelaar
B
Winkelverkoper
C
Schoenenpoetser
D
Riksja taxichauffeur

Slide 20 - Quiz

Zelfstandig werken
Wat:
Opdrachten 2, 3, 4 en 6 (blz. 180)
Waar:
blz. 178- 179
Hulp:
Vragen? steek je vinger op!
Tijd:
Tot 09:45
Klaar:
https://nl.globalproductprices.com/rankings/egg_prices/
ZELFSTANDIG WERKEN

Slide 21 - Diapositive

Je kijkt naar de levensverwachting, alfabetiseringsgraad en de koopkracht. Je meet ...
A
welvaart
B
welzijn

Slide 22 - Quiz

Hoe hoger het welzijn, hoe ..?.. de levensverwachting
A
hoger
B
lager

Slide 23 - Quiz

Wat hoort niet bij welzijn?
A
toegang tot schoon drinkwater
B
kunnen lezen en schrijven
C
koopkracht
D
bbp/inwoner

Slide 24 - Quiz

Als de meeste mensen in de tertiaire sector werken dan is het een ...
A
periferie
B
semiperiferie
C
centrumland

Slide 25 - Quiz

De formele sector is het grootst in
A
megasteden in rijke landen
B
megasteden in arme landen
C
dorpen in rijke landen
D
dorpen in arme landen

Slide 26 - Quiz

Bekijk bron 12, wat is het grootste land met een gemiddelde (0,55-0,7) score?

Slide 27 - Question ouverte

Bekijk bron 12, benoem 3 landen met een zeer hoge score (0,8-1).

Slide 28 - Question ouverte

'Als de kindersterfte daalt, neemt ..?.. juist toe.'
A
Alfabetiseringsgraad
B
Geboortecijfer
C
Koopkracht
D
Levensverwachting

Slide 29 - Quiz