Groep 6 7 dag 2
1 / 23
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Waar staan de letters GVR voor?
A
Grote vatsige reus?
B
Groene vriendelijke reus
C
Grote vriendelijke reus
D
Grote vrouwelijke reus
Slide 2 - Quiz
Welk kleur jasje had Marja gister aan?
A
Groen
B
Rood
C
zwart
D
zwart
Slide 3 - Quiz
Maak de zin af:
Is het met een D of met een T, kun je niet goed horen hoe het moet, is er weer geen touw aan vast te knopen, ............
Is het met een D of met een T, kun je niet goed horen hoe het moet, is er weer geen touw aan vast te knopen, ............
A
plaats het werkwoord dan gewoon voor lopen....
B
verander het woord dan gewoon voor lopen
C
verander het werkwoord dan gewoon door fietsen.....
D
verander het werkwoord dan gewoon door lopen....
Slide 4 - Quiz
Welke schoenen winkel heeft de zelfde naam als de achternaam van Astrid?
A
B
C
D
Slide 5 - Quiz
Giraffe
Olifant
Luipaard
Leeuw
Slide 6 - Question de remorquage
De vos
De beer
De raaf
De ezel
De uil
De haas
ijdel
Sluw
Dom
Sterk
Wijs
Snel
Slide 7 - Question de remorquage
wat is de naam van het instrument dat je hoort?
A
gitaar
B
saxofoon
C
drumstel
D
basgitaar
Slide 8 - Quiz
Waar is Kim geboren?
A
B
C
D
Slide 9 - Quiz
1
2
3
Slide 10 - Question de remorquage
Waar gebruikt een kat zijn staart voor
A
Om te springen
B
Om te kijken
C
Om zijn evenwicht te bewaren
D
Om te eten
Slide 11 - Quiz
Rolmaat
Duimtstok
Liniaal
Meetlint
Geodriehoek
Slide 12 - Question de remorquage
2
3
4
1
Mees
Noah
Sem
Daan
Welke kindernaam komt in Nederland het meest voor? Maak de top 5
Slide 13 - Question de remorquage
Wat is de lievelingsplant van Monique?
A
B
C
D
Slide 14 - Quiz
Ik heb niet zoveel geld dat ik alles maar kan kopen.
Iets voor weinig geld kopen.
Dat kost mij heel veel geld.
Veel geld uitgeven zonder daarbij na te denken.
Dat kost mij heel veel geld.
Van alleen maar veel geld hebben, word je niet gelukkig.
Een gat in de hand hebben.
Het geld groeit me niet op de rug.
Iets voor een prikkie kopen.
Geld maakt niet gelukkig.
Geld over de balk smijten.
Dat is een rib uit mijn lijf.
Slide 15 - Question de remorquage
Dit is het geld van Loetje.
Hoeveel is dit bij elkaar?
A
2 euro en 5 cent
B
1 euro en 95 cent
C
2 euro en 25 cent
D
3 euro en 5 cent
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Vidéo
Welke dieren zag je in het filmpje?
Slide 18 - Question ouverte
Welke afspraak
geldt voor Sem?
geldt voor Sem?
A
Sem heeft voorrang
B
Sem heeft voorrang, maar moet kijken of Mika hem ziet.
C
Sem mag niet zomaar oversteken bij een zebrapad
D
Sem is voetganger en moet dus stoppen
Slide 19 - Quiz
Horizontaal
Verticaal
Slide 20 - Question de remorquage
Hoe heet de stagiaire van de Witches?
A
JOBP
B
JOP
C
JOBBE
D
JOB
Slide 21 - Quiz
Hoe groet je iemand tijdens carnaval?
A
Hello, hello
B
Goedendag
C
Alaaf!
D
hihahahi
