H1 - Lezen - 3TL

Welkom bij Nederlands
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


  • Herhaling en nieuwe stof
  • Met de lesstof aan de slag
  • Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je nog van begrijpend lezen?
Welke begrippen ken jij?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Hierover gaat de hele tekst
A
de kernzin
B
de hoofdzaak
C
het onderwerp
D
de samenvatting

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een deelonderwerp?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De belangrijkste zin van de alinea
A
kernzin
B
kernzaak
C
hoofdzin
D
hoofdzaak

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar vind je de kernzin meestal?
Noem twee 'plekken'

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De tekst - samengevat in 1 zin
A
hoofdzaak
B
bijzaak
C
samenvatting
D
hoofdgedachte

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijke begrippen

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar denk je aan bij het woord 'opsomming'?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Opsomming
Er wordt een aantal zaken van hetzelfde genoemd.
Op school hebben we verschillende vakken:
- Nederlands
- Engels
- Wiskunde
- Enz.
Nederlands, tevens Engels, daarnaast wiskunde...
Ten eerste, ook, verder, bovendien, tevens, en, 
daarnaast, ten slotte, en

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijke begrippen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrijpend 
lezen
Wat weet 
je nog?
Herhaling
Leesvaardigheid
Teksten

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Korte herhaling
Kernzin
Bron
bijzaken
Anekdote
3-deling van een tekst
Oriënteren
Onderwerp
Deelonderwerp
Hoofdzaken
Hoofdgedachte

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelstelling: . . .

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je geleerd?
  • Herhaling - aanpak van een tekst
  • Kijken en luisteren - aantekeningen maken is belangrijk
  • Noteer de hoofdzaken van het verhaal
  • Aantekeningen hoeven niet netjes te zijn

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LES 3

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom bij Nederlands

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
8:00
Leg je spullen op tafel
Lezen in je leesboek

Concentreer je op je boek


Lees het stuk waarmee je bezig bent af
Aan de slag

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • Lezen
  • Boekencontrole
  • Korte herhaling - kijken en luisteren
  • Aan de slag met de opdracht
  • Bespreken antwoorden
  • Wat heb je geleerd?

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doel van de les
  • Je kunt aantekeningen maken bij een kijk- en/of luisterfragment 
  • Je kunt de hoofdzaken uit een kijk- en/of luisterfragment herkennen
  • Je kunt beoordelen of een tekst bruikbaar is

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Luisteren
  • Je gaat luisteren naar een radiofragment uit het programma De Gids
  • Luister precies en maak aantekeningen
  • Na het luisteren krijg je flink wat vragen die je moet kunnen beantwoorden. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De vragen
1. Wat is het onderwerp
2. Wat is het doel van dit programma?
3. Welke gebeurtenis is de aanleiding voor dit onderwerp?
4. Op hoeveel % van de scholen is het mis met de luchtkwaliteit?
5. Noem vijf gevolgen van slechte luchtkwaliteit voor leerling/docent.
6. Wat is de belanrijkste oorzaak van slechte luchtkwaliteit?
7. Waarom zijn er meer problemen in de winter dan in de warmere maanden?
8. Welke twee problemen zie je vaak bij nieuwe schoolgebouwen?
9. Wat is de voornaamste reden dat schoelen niets doen aan de slechte   
    luchtkwaliteit?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De antwoorden
  1. Slechte luchtkwaliteit op scholen
  2. Informeren
  3. De scholen zijn weer begonnen, terwijl het warm is buiten.
  4. 80%

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De antwoorden - vraag 5
- concentratie vasthouden is lastig
- hoofdpijn
- vermoeidheid
- geurklachten
- overdracht van infectieziektes
- leerprestaties worden minder

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De antwoorden 
  • 6 slechte ventilatie
  • 7 Omdat er in de wintermaanden meestal geen raam  opengezet wordt, vanwege de kou. 
  • 8 Er kan maar één raam open en er is geen zonwering.
  • 9 De budgetten voor onderwijshuisvesting zijn tegenwoordig erg krap.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijken EN luisteren
  • Kijk en luister naar het fragment uit 'De wilde keuken'.
  • Luister precies
  • Maak aantekeningen
  • Na het kijken en luisteren, maak je de vragen via LessonUp

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heb je allemaal nodig om tomaten te kunnen telen?
A
dunne poep en kunstmest
B
dunne poep en water
C
kunstmest en water

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang kan een tomatenplant wel worden?
A
ongeveer 9 meter
B
ongeveer 11 meter
C
ongeveer 14 meter

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Tomaten uit kassen smaken lang niet zo lekker als tomaten die buiten groeien
A
B

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het meest gegeten tuinbouwproduct ter wereld is de tomaat.
A
B

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel tomatenrassen zijn er op de wereld?
A
duizend
B
duizenden
C
zesenzestig

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom worden in Nederland steeds nieuwe tomatenrassen ontwikkeld?
A
De teler kiest met de winkelketen een goed te telen en verkopen ras.
B
De telers willen een tomatenras dat beter bij hun manier van telen past.
C
Volgens de teler wil de consument tomaten die steeds lekkerder smaken.

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe ontstond tomatenpuree?
A
Een meneer in Portugal heeft de tomatenpuree bedacht
B
Geëmigreerde Italianen hadden heimwee naar de saus van mama.
C
Tijdens een transport vielen een aantal kisten tomaten op de grond.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt de lekkerste tomaat nog steeds niet verkocht?
A
De kleur is verkeerd en de vorm is niet goed.
B
De vorm is niet goed en er is nog geen naam voor.
C
Er is nog geen naam voor en de kleur is verkeerd.

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Om welke reden aten mensen in de 16e eeuw geen tomaten?
A
Je moest veel geld voor tomaten betalen.
B
Tomaten waren als voedsel onbekend.
C
Tomaten zouden giftig zijn.

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er met de smaak als je onrijpe tomaten in de puree stopt?
A
De smaak wordt bitter.
B
De smaak wordt zoeter.
C
De smaak wordt zuurder.

Slide 38 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je hebt nu 10 vragen beantwoord bij het fragment over 'tomaten'.
Hoe heb je gescoord?
A
Uitstekend maximaal 0 fouten
B
Behoorlijk goed maximaal 1 of 2 fouten
C
Redelijk goed 3 of 4 fouten
D
Onvoldoende 5 of meer fouten

Slide 39 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In dit schooljaar moet je een SE Kijken en luisteren maken. Vandaag heb je daarmee geoefend.
Wat heb je geleerd of wat weet je nu als het gaat om
een kijk- en luistertoets?

Slide 40 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je behoefte aan meer oefenstof tijdens de les?
Heb je oefening nodig, geef dan aan waarmee je wilt oefenen.
Als je geen oefening nodig hebt, geef dan aan waarom niet.

Slide 41 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor de volgende les

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Raadsel
Lisa en Ralf zijn aan het knikkeren.
Als Lisa een knikker wint van Ralf, hebben ze allebei evenveel knikkers. Als Ralf een knikker wint van Lisa, dan heeft Ralf twee keer zoveel knikkers als Lisa.
Hoeveel knikkers heeft Lisa en hoeveel knikkers heeft Ralf?

Slide 43 - Diapositive

  • Lisa heeft er 5 
  • Ralf heeft er 7
  • Als Lisa wint, heeft zij er 6; dan heeft Ralf er ook 6.
  • Als Ralf wint, heeft hij er 8; dan heeft Lisa er 4