Oefentoets

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Geluidssterkte

D-toets

geluid bestaat uit...

1. trillingen
2. elektronen
3. botsingen

geluid komt uit .....

1. een geluidsbron
2. een lichtbron
3. je oren

Waar kan geluid zich niet doorheen bewegen?

1. Lucht
2. Water
3. Beton
4. Vacuüm

Zijn deze beweringen waar of niet waar?

Waar

Niet waar

Zowel gassen, vloeistoffen als vaste stoffen kunnen een tussenstof zijn voor geluid. 

De trommelvliezen geven trillingen van de lucht door aan de gehoorbeentjes.  

De gehoorbeentjes vertalen trillingen in een elektrisch signaal.  

Hoe heet het velletje in je oor dat gaat trillen als je geluid hoort?

1. gehoorgang
2. slakkenhuis
3. oorschelp
4. trommelvlies

wat is de snelheid van geluid door de lucht?

1. 340 m/s
2. 340 km/h
3. 340 km/s
4. 340 m/h

Een bergbeklimmer raakt in paniek en
schreeuwt: "help". Na 4 seconde hoor hij zijn
echo terug. Hoe ver boven de grond hangt
hij?

Frequentie van geluid =

1. Toonhoogte van geluid
2. Hardheid van geluid

Frequentie is het aantal trillingen per

1. Minuut
2. Seconde
3. Uur

De eenheid van frequentie is?

1. Hertz
2. Seconde
3. Decibel
4. Meter per seconde

Hoe hoger de frequentie hoe ...... het geluid

1. Harder
2. Hoger
3. Lager
4. Zachter

Met welk apparaat kunnen we een geluid zichtbaar maken?

1. batdetector
2. oscilloscoop
3. stemvork
4. stethoscoop

Een toon met een hoge frequentie herken je op een oscilloscoop door...

1. Hoge golven
2. Lage golven
3. Veel golven
4. Weinig golven

Een toon heeft een frequentie van 10 Hz. Dit betekent?

1. De tijd van een trilling is 10 seconde
2. Er zijn 10 trillingen in 1 seconde
3. De toon is 10 decibel hard
4. De toon is heel hoog

Wat is het frequentiebereik van het menselijk oor?

1. 10Hz - 10.000Hz
2. 0Hz - 100.000Hz
3. 2Hz - 2.000Hz
4. 20Hz - 20.000Hz

Als de frequentie 400 Hz, dan is de trillingstijd?

1. 0,0025 seconde
2. 0,025 seconde
3. 0,00025 seconde
4. 0,25 seconde

Als de trillingstijd 0,02 s is, is de frequentie..

1. 0,02 Hz
2. 20 Hz
3. 50 Hz
4. 500 Hz

Amplitude van geluid =

1. Toonhoogte van geluid
2. Hardheid van geluid

Welke fig. hoort
bij het minst
harde geluid?

1. Figuur A
2. Figuur B
3. Figuur C

In welke eenheid wordt het volume van geluid gemeten?

1. meter
2. dB
3. Hz
4. seconde

Hoe kleiner de ampiltude, hoe ..... het geluid

1. Harder
2. Hoger
3. Lager
4. Zachter

Een stemvork trilt met een hele lage amplitude . Het geluid zal...

1. heel hard zijn
2. heel zacht zijn
3. heel hoog zijn
4. heel laag zijn

5 leerlingen schreeuwen met een geluidssterkte van 90 dB. Hoe hard is het geluid van 20 leerlingen?

1. 93 dB
2. 96 dB
3. 105 dB
4. 360 dB

Zie figuur: Leg uit
welke toon het
hoogst is.

Zie oscilloscoop beeld.
Bereken de frequentie van
het geluid

De gehoordrempel is hetzelfde als de pijngrens.

1. Waar
2. Niet waar