,
Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Cursus 7 §9 persoonsvorm enkelvoudige zinnen
1 / 24
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
Cette leçon contient
24 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 7 - werkwoordspelling
1.
Cursus 7 werkwoordspelling
2. Lesdoel
3. Uitleg/ oefenen
4. Zelfstandig werken
5. Afsluiting in Lessonup
Slide 2 - Diapositive
Planning
Uitleg werkwoordspelling
Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
Cursus 7 - werkwoordspelling
§ 9 Persoonsvorm in enkelvoudige zinnen
§ 10 Persoonsvormen in samengestelde zinnen
§ 11 Gebiedende wijs
§ 12 Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
§ 13 Werkwoordspelling
§ 14 Mixopdrachten
Slide 3 - Diapositive
Je leert de persoonsvorm in enkelvoudige zinnen spellen.
Lesdoelen
Slide 4 - Diapositive
Het maken van aantekeningen kan helpen om de uitleg beter te onthouden.
Aantekeningen
bij spelling
Slide 5 - Diapositive
Je kunt de persoonsvorm in een zin op
twee
manieren vinden.
Slide 6 - Diapositive
De tijdproef
1) Verander de zin van tijd.
Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm. Kijk maar:
Naud
wil
in het weekend geen huiswerk maken.
Naud
wilde
in het weekend geen huiswerk maken.
Slide 7 - Diapositive
De vraagproef
2) Maak van de zin een vraag.
Het werkwoord dat dan vooraan komt te staan, is de persoonsvorm.
Alette, Hester en Fenna
hebben
woensdag ingehaald.
Hebben
Alette, Hester en Fenna woensdag een toets ingehaald?
Slide 8 - Diapositive
"De docent behandelt grammatica zinsdelen met negentwintig leerlingen."
Wat is de persoonsvorm?
Slide 9 - Question ouverte
Een zin met één persoonsvorm noemen we een
enkelvoudige
zin.
Een zin met meer dan 1 persoonsvorm noemen we een
samengestelde
zin.
--> persoonsvorm vinden (vraagzin of tijd veranderen)
Slide 10 - Diapositive
In welke tijd staat de zin?
1)
Kijk naar
de tijd
waarin de zin staat. Dit kun je zien aan woorden als
vroeger, morgen, vorig jaar etc.
Bepaal of je met de tegenwoordige tijd (t.t.) of verleden tijd (v.t.) te maken hebt.
Slide 11 - Diapositive
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Slide 12 - Diapositive
Sterke
werkwoorden
Zwakke
werkwoorden
Sterke werkwoorden veranderen in de
verleden tijd
van klank.
lopen - liepen
zoeken - zochten
gaan - gingen
Zwakke werkwoorden veranderen in de
verleden tijd
niet
van klank
.
hopen - hoopten
maken - maakten
bestellen - bestelden
Slide 13 - Diapositive
Persoonsvorm verleden tijd
Zwakke werkwoorden
Slide 14 - Diapositive
Zo spel je de persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden.
Schrijf het werkwoord zo kort en eenvoudig mogelijk:
rijden-reed, bewegen-bewoog.
Luister naar het meervoud om erachter te komen of je een d of een t schrijft.
bieden -> ik boo
d
(want wij bo
d
en).
fluiten -> hij floo
t
(want wij flui
t
en).
Persoonsvorm verleden tijd
Sterke
werkwoorden
Slide 15 - Diapositive
Zo spel je de persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden.
Gebruik alleen twee dezelfde letters achter elkaar als dat voor de uitspraak nodig is:
schrikken -> schrokken
zitten -> zaten.
Persoonsvorm verleden tijd
Sterke
werkwoorden
Slide 16 - Diapositive
Uitlegfilmpje!
Slide 17 - Diapositive
Wat
: Cursus 7 paragraaf 9 opdracht 1 t/m 3 blz. 200-201
Hoe
: individueel
Hulp
: boek, buren, mevrouw de Vries
Tijd
: 15 min.
Uitkomst
: bespreken
Klaar
: Kijk je opdrachten na of ga door met paragraaf 10.
timer
15:00
Slide 18 - Diapositive
Sterk of zwak?
DENKEN
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 19 - Quiz
Mohammed .............................. morgen naar een nieuw huis.
Sjaan heeft haar moeder gisteren ..............................
Tip!
Persoonsvorm Tegenwoordige Tijd
Tip!
Voltooid Deelwoord
verhuist
verhuisd
Slide 20 - Question de remorquage
Mare en Inge eten zaterdag pizza.
A
Sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
Slide 21 - Quiz
Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
In het voorjaar ...... (fluiten) de merel zijn prachtigste lied.
Slide 22 - Question ouverte
Noteer in elke zin de juiste vorm van de persoonsvorm verleden tijd.
Eerlijk gezegd ....... (vinden) Erik zijn nieuwe game best saai.
Slide 23 - Question ouverte
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
A
hij onthoud
B
hij onthoudt
Slide 24 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Persoonsvorm in tt en vt
21 days ago
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 3
2BKA Herhaling werkwoordspelling + oefentoets
February 2025
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Leçon avec
25 diapositives
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
BSR 3/6 1bka Spelling 7.11 pvvt sterk
15 days ago
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
5/6 1T Spelling 7.11 pvvt sterk
13 days ago
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Werkwoordspelling - HV1 - P1
November 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
BSR 21/03 1aha Spelling §9 pv vt sterke werkwoorden
March 2024
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Werkwoordspelling - HV1 - P1
November 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1