Cette leçon contient 22 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 100 min
Éléments de cette leçon
Pak je werkboek, aantekeningenschrift en etui.
Pak je laptop en start op.
Aujourd'hui, c'est lundi
H1A
Slide 1 - Diapositive
Invullen vragenlijst:
- Vul de vragenlijst serieus in.
https://forms.office.com/e/b35Pijh6Z2
Slide 2 - Diapositive
Le programme:
- Oefentoets leesvaardigheid
- Zelfstandig werken
Slide 3 - Diapositive
Les buts (leerdoelen):
- Aan het einde van de les heb je je voorbereid op de leestoets en weet je hoe de leestoets is opgebouwd
Slide 4 - Diapositive
Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Tips leesvaardigheid
Hoe kun je het beste te werk gaan?
Slide 7 - Diapositive
Tips:
- Markeer belangrijke info in de tekst (woorden die je kent / samenvatting / herhaling....)
- Klaar? Lees altijd alles nog een keer goed door
- Open houding -> focus op de woorden die je wel begrijpt en niet op de woorden die je niet begrijpt
- Neem de tijd en lees rustig en gefocust -> je hebt het hele lesuur de tijd
Slide 8 - Diapositive
Check....
1) Welke woorden ken je?
2) Wat zie je op het plaatje?
3) Wat betekent de titel?
Slide 9 - Diapositive
Au travail:
Wat ga je doen? Je krijgt een oefentoets (vergelijkbaar met de toets van maandag). Tekst 1 doen we klassikaal. Vervolgens....
Pak je laptop. In de studiewijzer staat een oefentoets (vergelijkbaar met de toets van maandag). Ga deze maken in complete stilte. Aan het einde van de les worden de antwoorden gedeeld en krijg je de normering van de toets -> inzicht in score.
Klaar? Ga je extra voorbereiden door een leestekst (B/F) te maken of ga werken aan een ander vak
Slide 10 - Diapositive
Hoe kun je extra oefenen voor leesvaardigheid?>
Slide 11 - Diapositive
Les devoirs (huiswerk):
- Voorbereiden op leestoets van morgen
Slide 12 - Diapositive
Blooket:
Franse blooket
Afspraak:
- Je gebruikt je eigen naam
Slide 13 - Diapositive
A, lire
Ouvre le livre à la page .....
Slide 14 - Diapositive
Au travail:
Quoi (wat)? Fais exercice 2B, 4, 6ABC en 7A
Comment (hoe)? Individuellement ou ensemble en 2 (fluisteren)
Temps (tijd)? Tot het einde van de les
Prêt (klaar)? Apprendre vocabulaire A (Slim stampen)