Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Werkwoordspelling 1.1 (!mpulse)
Werkwoordspelling
En... waarom?
1 / 21
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
21 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
90 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Werkwoordspelling
En... waarom?
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Fouten maken is menselijk,
maar in sommige gevallen zijn fouten minder
toegestaan dan in andere
Slide 5 - Diapositive
Waar sta je nu?
Een diagnostische toets
Zonder spelspieker!
Slide 6 - Diapositive
Diagnostische toets
Je maakt de toets in stilte.
Je mag elkaar niets vragen.
Je laptop is dicht, telefoon in je tas
Als je klaar bent:
Lever de toets bij mij in
Daarna mag je
lezen
of bezig met een andere taaltaak
Slide 7 - Diapositive
Wat is werkwoordspelling?
Even terughalen...
Slide 8 - Diapositive
Werkwoordspelling
Werkwoorden zijn woorden die
doen, gebeuren
of
zijn
1. Doen: lopen, fietsen, voetballen, dansen
2. Gebeuren: regenen, sneeuwen
3. Zijn: zijn (maar ook: worden, blijven)
Slide 9 - Diapositive
Werkwoorden veranderen afhankelijk van de zin en van de tijd
Tegenwoordige tijd en verleden tijd (pv)
Lopen Liepen
Ik loop Ik liep
Jij loopt Jij liep
Zij lopen Zij liepen
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Hoe vind je de persoonsvorm?
A
De zin vragend maken
B
Het onderwerp zoeken
C
De zin van tijd veranderen
D
Het is altijd het eerste werkwoord
Slide 12 - Quiz
De regel bij de gebiedende wijs is:
A
stam+t
B
stam van het werkwoord
C
hele werkwoord
Slide 13 - Quiz
'Lezen' in de verleden tijd is 'lazen'.
Dit is een...
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 14 - Quiz
Kies de juiste vorm:
De vliegtuigen (landen) gisteren veilig op Schiphol.
A
stam+ten: landten
B
stam+te: Landte
C
stam+den: landden
D
stam+de: landde
Slide 15 - Quiz
(Hebben) jij je fiets op slot gezet?
Slide 16 - Question ouverte
Jessica (schrikken), maar ze ging er goed mee om
Slide 17 - Question ouverte
Kaarsen (branden) vroeger veel langer
Slide 18 - Question ouverte
Hij heeft de hele avond (voetballen)
(voltooid deelwoord)
Slide 19 - Question ouverte
Opdrachten vandaag
1. Drie online oefeningen, ten minste één af:
Noteer je score!
2. Daarna: bezig met je taaltaken
En voor de écht goede speller...
Slide 20 - Diapositive
Uitdaging: schrijf de juiste spelling
1. Ik (zijn) gisteren eerder naar huis (gaan), want ik (hebben) mijn (verbranden) vinger niet (desinfecteren).
2. Als jij dat bestand (download), (zorgen) ik ondertussen dat de kamer (worden) (stofzuigen).
3. (Bedenk zelf een moeilijke zin en schrijf deze op met juiste spelling!)
Slide 21 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Extra les werkwoorden in de tegenwoordige tijd
October 2024
- Leçon avec
19 diapositives
Spelling
Lager onderwijs
Werkwoordspelling 1.2
November 2022
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Hebben en zijn
September 2024
- Leçon avec
29 diapositives
NT2
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
February 2025
- Leçon avec
42 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoordspelling
September 2024
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
Werkwoorden in de tegenwoordige tijd
May 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Spelling
Lager onderwijs
Verbeteren toets 24/9 - OKAN Groen
September 2024
- Leçon avec
24 diapositives
NT2
Secundair onderwijs
LessonUp
November 2018
- Leçon avec
40 diapositives
Workshop
Hoger onderwijs