Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Vragen maken over een tekst
Vragen maken over een tekst
Nog niet inloggen in Lessonup!
Eerst gebruiken we de wisbordjes.
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
NT2
ISK
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
40 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Vragen maken over een tekst
Nog niet inloggen in Lessonup!
Eerst gebruiken we de wisbordjes.
Slide 1 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
Slide 2 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik
ga naar de winkel. Wie...?
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
Slide 3 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga
naar de winkel.
Waar...?
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
Slide 4 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop
groenten en fruit.
Wat...?
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
Slide 5 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem
een kilo tomaten,
een pak druiven en een komkommer.
Hoeveel....?
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
Slide 6 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en
een komkommer.
Hoeveel...?
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
timer
1:20
Slide 7 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak
drie appels
voor
één euro
. Hoeveel... ?
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
timer
1:00
Slide 8 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa
betaal ik met pin. Het kost €7,25. Waar...?
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
timer
1:00
Slide 9 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost
€7,25
. Hoeveel...?
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
timer
1:00
Slide 10 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik
doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis. Wie...?
timer
1:00
Slide 11 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga
naar huis
. Waar...?
timer
1:00
Slide 12 - Diapositive
Boodschappen doen
Ik ga naar de winkel.
Ik koop groenten en fruit.
Ik neem een kilo tomaten, een pak druiven en een komkommer.
De appels zijn in de aanbieding.
Ze zijn nu goedkoop.
Ik pak drie appels voor één euro.
Waarom....?
Bij de kassa betaal ik met pin. Het kost €7,25.
Ik doe de boodschappen in mijn tas. Ik ga naar huis.
timer
1:00
Slide 13 - Diapositive
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 14 - Diapositive
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 15 - Diapositive
timer
1:00
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Maak een vraag met: Wie....?
Slide 16 - Question ouverte
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Maak een vraag met: Wanneer....?
timer
1:00
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Maak een vraag met: Wanneer....?
Slide 17 - Question ouverte
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 18 - Diapositive
timer
1:00
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Maak een vraag met: Wat...?
Slide 19 - Question ouverte
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 20 - Diapositive
timer
1:00
Ik ga naar de winkel.
Maak een vraag met: Wie....?
Slide 21 - Question ouverte
timer
1:00
Ik ga naar de winkel.
Maak een vraag met: Waar....?
Slide 22 - Question ouverte
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 23 - Diapositive
timer
1:00
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Maak een vraag met: Wat....?
Slide 24 - Question ouverte
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 25 - Diapositive
timer
1:00
Bij de kassa zegt de kassière:
“Dat is €6,50.”
Maak een vraag met: Wat....?
Slide 26 - Question ouverte
Bij de kassa zegt de kassière:
“Dat is €6,50.”
Maak een vraag met: Hoeveel....?
timer
1:00
Bij de kassa zegt de kassière:
“Dat is €6,50.”
Maak een vraag met: Hoeveel....?
Slide 27 - Question ouverte
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 28 - Diapositive
timer
1:00
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Maak een vraag met: Hoeveel....?
Slide 29 - Question ouverte
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 30 - Diapositive
timer
1:00
Ik pak de tas met boodschappen
en ga naar huis.
Maak een vraag met: Wat....?
Slide 31 - Question ouverte
timer
1:00
Ik pak de tas met boodschappen
en ga naar huis.
Maak een vraag met: Waar....?
Slide 32 - Question ouverte
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 33 - Diapositive
timer
1:00
Ik maak de salade klaar.
Het wordt gezellig!
Maak een vraag met: Wie....?
Slide 34 - Question ouverte
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 35 - Diapositive
timer
1:00
Vanavond komt mijn vriendin eten. Ik wil salade met kaas en brood maken. Ik ga naar de winkel.
Maak een vraag met: Waarom....?
Slide 36 - Question ouverte
Mijn vriendin komt eten.
Vanavond komt mijn vriendin eten.
Ik wil salade met kaas en brood maken.
Ik ga naar de winkel.
Ik koop sla, tomaat, komkommer, kaas en brood.
Bij de kassa zegt de kassière: “Dat is €6,50.”
Ik geef €10 en krijg €3,50 terug.
Ik pak de tas met boodschappen en ga naar huis.
Ik maak de salade klaar. Het wordt gezellig!
Slide 37 - Diapositive
www.google.com
Slide 38 - Lien
Maak een vraag over de video met Wat... ?
Slide 39 - Question ouverte
Maak een vraag over de video met Wie... ?
Slide 40 - Question ouverte
Maak een vraag over de video met Hoeveel... ?
Slide 41 - Question ouverte
Hoeveel groene briefjes heb je?
Slide 42 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
28 november
March 2025
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
ISK
Boodschappen doen
15 hours ago
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
ISK
Boodschappen doen
6 hours ago
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
ISK
Boodschappen doen
March 2025
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
ISK
lowan eten en drinken 1-2-3-4 + herhalen zonder woorden
May 2025
- Leçon avec
34 diapositives
ISK
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
lowan eten alle woorden.
June 2023
- Leçon avec
31 diapositives
ISK
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Gezondheid maandagavond
December 2023
- Leçon avec
39 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Ik doe boodschappen
March 2024
- Leçon avec
32 diapositives
NT2
Basisschool
Groep 1