2425 week 1 les 1 culture en regarder

1 / 35
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

  • Doorlopen planner
  • Unité 6 bon appétit
  • SO - luistertoets
  • Les clichés et habitudes françaises
  • Regarder & parler
Le but: à la fin de ce cours:
  • weet ik meer over Franse eetgewoontes
  • heb ik geoefend met luisteren
  • Heb ik nieuwe woorden geleerd

Slide 2 - Diapositive

Doorlopen planner

Slide 3 - Diapositive

SO - luistertoets
Week na meivakantie, lesuitval Frans
Zelfstandig apprendres 6, 4, 3 leren
Zelfstandig maken: werkwoord prendre
Zelfstandig oefenen: getallen

Slide 4 - Diapositive

Pagina 48 en 49
Doorlezen
extra informatie, nieuwe woorden
quizzz
timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

Le fromage 
Le petit-déjeuner?
après le plat principal?

Slide 6 - Diapositive

Le déjeuner
une entrée
un plat principal
du fromage
un dessert
12.00-14.00 uur

Slide 7 - Diapositive

Le déjeuner
des tartines?
la cantine scolaire

Slide 8 - Diapositive

Un goûter - gouter
16.00  uur
des bonbons

Slide 9 - Diapositive

19.00-21.00 uur

Slide 10 - Diapositive

Quizzz
Wie verdient een Napoleon?

Slide 11 - Diapositive

Les repas pendant la journée en France
7H00 / 8H00
12H00/14H00
16H00/17H00
19H00/21H00
le dîner
le goûter
le déjeuner
le petit-déjeuner

Slide 12 - Question de remorquage

le croissant
la boulangerie
manger
le café
la confiture
le restaurant
la baguette

Slide 13 - Question de remorquage

broodsoorten
beleg
drankjes
algemene woorden over eten
le petit déjeuner
le petit déjeuner
la tartine
la tartine
le beurre
le beurre
le café
le café
la baguette
la baguette
le thé
le thé
le croissant
le croissant
le pain
le pain
le chocolat
le chocolat
manger
manger
le dîner
le dîner
bon appétit
bon appétit
la boulangerie
la boulangerie
la confiture
la confiture

Slide 14 - Question de remorquage

Wat betekent "Bon appétit !"
A
Slaap lekker
B
Eet smakelijk
C
Gefeliciteerd
D
Tot ziens!

Slide 15 - Quiz

Vertaal: "une entrée"

Slide 16 - Question ouverte

Wat betekent 'des bonbons'?
A
Bonbons
B
Snoepjes
C
Chocolade
D
Bonzen

Slide 17 - Quiz

Vertaal: "Le plat principal"

Slide 18 - Question ouverte

Wanneer eet men in Frankrijk normaal gesproken 'le fromage'?
A
Bij het ontbijt
B
Na het hoofdgerecht
C
Als tussendoortje
D
voor het slapen gaan

Slide 19 - Quiz

Traduis: eten
A
préparer
B
manger
C
arriver
D
venir

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van:
" Ik hou niet van kaas".
A
J'aime ne pas le fromage.
B
j'aime ne le fromage pas
C
Je n'aime pas le fromage.
D
ne j'aime pas le fromage

Slide 21 - Quiz

Welke zin is goed?
A
Sandra ne pas mange beaucoup.
B
Sandra ne mange pas beaucoup.
C
Sandra n'mange pas beaucoup.
D
Ne pas Sandra mange beaucoup.

Slide 22 - Quiz

Wat betekent ´un gouter´?
A
een gouden ei
B
een vieruurtje
C
een kaas
D
een toetje

Slide 23 - Quiz

Waar eten Franse scholieren hun lunch?
A
Op het schoolplein, ze eten boterhammen
B
in 'la cantine scolaire', ze eten boterhammen en fruit.
C
In 'la cantine scolaire', ze eten een warme maaltijd
D
In 'la cantine scolaire', ze nemen zelf boterhammen mee.

Slide 24 - Quiz

Les devoirs - B1F
Apprendre 1 leren (NF-FN blz.72)

Slide 25 - Diapositive

Page 50 - regarder

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Lien

Au travail - exercice 3
A - vul de juiste woorden in
B - Schrijf op waar je wel en niet van houdt.

Slide 28 - Diapositive

Les devoirs B1D
Leren:  Apprendre 1  (FN blz. 72)




Slide 29 - Diapositive

Les devoirs B1C en B1D

Leren:  Apprendres 1 en 4  (FN)




Slide 30 - Diapositive

La grammaire - blz 154   1.2
Aimer, adorer, préférer, détester + le, la, l', les

Ik houd van x fruit - j'aime le fruit
Ik houd van x snoep - j'adore les bonbons
Ik heb liever x sinas - je préfère l'Orangina
Ik heb een hekel aan x ijs - Je déteste la glace
30

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Vidéo

Slide 34 - Vidéo

La prononciation
s et ss
le poison - le poisson
het vergif - de vis

le dessert - le désert
het nagerecht - de woenstijn

Slide 35 - Diapositive