Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Startopdracht
Maak de opdracht in je schrift.
Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
Ga zitten op je stoel
Je jas hang je over je stoel
Pak je boek + pen en chromebook
Stop met praten als de les begint
timer
4:00
Slide 1 - Diapositive
Programma
Leerdoelen
Woordweb gezonde voeding
Huiswerk check > vragen?
Uitleg basisstof 4 --> Gezonde voeding
Filmpje overgewicht (3 minuten)
Filmpje anorexia (2,5 minuten)
Opdrachten maken
Afsluiting
Slide 2 - Diapositive
Voeding en vertering
2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen 2.2 Het verteringsstelsel 2.3 De organen voor vertering 2.4 Gezonde voeding 2.5 Voedselbederf 2.6 Voeding/vertering bij zoogdieren
2.7 Nadenken over eten
2.8 Productinformatie
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen
Je kan het verschil in tussen de stof zetmeel en glucose benoemen
Je weet wat een onderzoeksvraag en hypothese is
Je kunt een onderzoeksverslag schrijven
Slide 4 - Diapositive
Zetmeel en glucose
Zetmeel en glucose zijn stoffen die in voedsel zitten
Je lichaam gebruikt ze als brandstof
Zetmeel wordt eerst afgebroken voordat het in het bloed kan worden opgenomen
Glucose kan meteen het bloed in
Slide 5 - Diapositive
Indicatoren voor zetmeel en glucose
Met een indicator toon je een andere stof aan
Bij zetmeel is de indicator: jodium. Zit er zetmeel in een voedingsmiddel, dan kleurt de indicator paar-zwart
Bij glucose is de indicator: fehlings a en fehlings b. Zit er glucose in het voedingsmiddel, dan kleurt de indicator na verhitting oranje-rood
Slide 6 - Diapositive
Practicum zetmeel en glucose aantonen
In het practicum ga je zetmeel en glucose in voedingsmiddelen aantonen
Dit doe je in tweetallen
Van dit practicum maak je (individueel) een practicum verslag via de regels van een onderzoeksverslag
Slide 7 - Diapositive
Het onderzoeksverslag
Begint met een titel passend bij het practicum
Inleiding: wat is de reden voor deze proefjes? Wat weet je al over zetmeel en glucose? Fotosynthese?
De onderzoeksvraag of probleemstelling. (is een vraag)
De hypothese (verwachting) Ik verwacht dat als….er….dan….
Het experiment (zie stencil)
De resultaten (tabel, zie stencil)
Conclusie: je kijkt terug naar je resultaten en concludeert of je hypothese klopt
Slide 8 - Diapositive
Hypothese
Een hypothese (verwachting) beschrijft een verwachting. Dus je beschrijft, wat er volgens jou gaat gebeuren als je de proef uitvoert.
Let op; Een hypothese geeft geen antwoord!
Ik verwacht dat als….er….dan….
Ik verwacht dat.... als ik de vaatwasser niet uitruim, dan wordt mijn moeder boos
Slide 9 - Diapositive
Onderzoeksvraag of probleemstelling
Een onderzoeksvraag beschrijft wat je wilt onderzoeken. Je beschrijft waarom je het onderzoek doet, dit is een vraag.
Bijvoorbeeld: Neemt fotosynthese bij planten toe bij een grotere hoeveelheid licht?