Werkwoordspelling-begin

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling

Nederlands - Leidelmeijer

Schat jezelf in

Noteer in je schrift het cijfer waarvan jij denkt dat het bij je past.

3. Ik ben goed in werkwoordspelling: ik begrijp alle regels.

2. Ik ben redelijk goed in werkwoordspelling, maar sommige regels vind ik erg lastig.

1. Ik vind werkwoordspelling lastig.

Herhaling leerdoel: Ik kan de persoonsvorm vinden.

Vraag: Hoe vind je de persoonsvorm?

Hoe vind je de persoonsvorm?

• Tijdproef: de zin in een andere tijd zetten.
• Getalproef: de zin van enkelvoud naar meervoud zetten, of andersom.
• Vraagzin maken (mag niet meer).

Wat is de persoonsvorm?

De kat heeft alle brokjes opgegeten.

1. brokjes
2. heeft
3. de kat
4. opgegeten

Waarom is het handig om te weten wat de persoonsvorm is?

Wat valt je op?

1. Ik word morgen dertien jaar.
2. Jij wordt morgen dertien jaar.
3. Hij wordt morgen dertien jaar.
4. Zij wordt morgen dertien jaar.
5. Word jij morgen dertien jaar?
6. Wordt hij/zij morgen dertien jaar?

Regel pv tt

Stam+t

-Behalve bij ik

-Behalve bij jij achter de pv

Kopjetheeregel

-Iedereen lust thee, behalve ik. En jij/je krijgt geen thee als je erom vraagt.

Pv in vt: wat valt je op?

1. Hij lachte gisteren om mijn grap.
2. Ik lachte gisteren om zijn grap.
3. Hij wachtte gisteren op mij.
4. Ik wachtte gisteren op hem.

Regel pv in vt

-Stam + te(n) of de(n)

-Geen uitzonderingen

Ik wachtte

Hij wachtte

Wij wachtten

Wachtte jij?

Regel pv in vt

Twijfel je tussen stam + de(n) of stam + te(n)?

• Pas 't ex kofschip toe.
• Zit de laatste letter van de stam in 't ex kofschip?

           -Ja: +te(n)

           -Nee: +de(n)

Nu jij

Noteer in je schrift waarom je:

1. 'Hij verhuisde' met 'de' schrijft.

2. 'Zij beloofde' met 'de' schrijft.

Gebruik in je antwoord de regel rond 't ex kofschip.

Herhaling leerdoel: Ik kan het voltooid deelwoord vinden.

Vraag: Wat weet je nog over het voltooid deelwoord?

Regel spelling vdw

• Woord langer maken en vertrouwen op je gehoor.
• Bij twijfel pas je 't ex kofschip toe.
• Zit de laatste letter van de stam in 't ex kofschip?

           -Ja: +t

           -Nee: +d

Oefening pv vt en vdw

1. Mijn zusje heeft nooit in Sinterklaas (geloven).

2. Jesper (verhuizen) naar Amerika.

3. Ik ben heel snel naar huis (rennen).

Hoe kom je erbij, ik heb dat nooit (zeggen)!

1. Gezegt
2. Gezegd
3. Gezegdt

Na deze uitleg begrijp ik werkwoordspelling (een beetje) beter.

😒🙁😐🙂😃