stijlfiguren en beeldspraak

Stijlfiguren
1 / 40
suivant
Slide 1: Carte mentale
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Stijlfiguren

Slide 1 - Carte mentale

'Dat is een leuk sommetje', zei de winnaar van de hoofdprijs in de Staatsloterij.
A
eufemisme
B
understatement
C
hyperbool
D
pleonasme

Slide 2 - Quiz

Deze uitnodiging komt mij niet ongelegen.
A
understatement
B
paradox
C
litotes
D
woordspeling

Slide 3 - Quiz

Die stomme soaps met hun zouteloze dialogen!
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
synesthesie

Slide 4 - Quiz

Ik vind dat verhaal zo afgezaagd, want daar gaan er 13 van in een dozijn.
A
metafoor
B
synesthesie
C
personificatie
D
woordspeling

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Vidéo

Als je twee synoniemen in een zin gebruikt, doe je iets dubbelop. Hoe heet die stijlfiguur?
A
pleonasme
B
herhaling
C
tautologie
D
opsomming

Slide 7 - Quiz

Beeldspraak

Slide 8 - Carte mentale

Leg het verschil uit tussen een vergelijking en een metafoor.

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Welke vorm van beeldspraak beeldt het plaatje uit?

Slide 11 - Question ouverte

Het leven lachte hem toe, maar zijn studieboek staarde hem misprijzend aan.
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
tegenstelling

Slide 12 - Quiz

Toen Paul de Leeuw het podium opkwam, lag de zaal al plat.
A
metonymia
B
metafoor
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 13 - Quiz

Hij ging er als een haas vandoor.
A
metafoor
B
metonymia
C
personificatie
D
vergelijking

Slide 14 - Quiz

Jantje is een schat van een kind.
A
vergelijking
B
metafoor
C
personificatie
D
metonymia

Slide 15 - Quiz

Geef een voorbeeld van een metonymia.

Slide 16 - Question ouverte

Geef een mooie beeldspraak/ stijlfiguur voor iemand die heel goed kan voetballen. Maak een kort zinnetje.

Slide 17 - Question ouverte

Welke stijlfiguren / beeldspraak zie je in de volgende zin?
Ik heb me helemaal kapot gewerkt om die gigantische berg nakijkwerk van die apen op tijd af te krijgen.

Slide 18 - Question ouverte

3 havo - 17 december
Werkstuk bespreken - inleveren uiterlijk 10 januari
instructie 'beeldspraak' 
aan de slag: oefenbladen

Slide 19 - Diapositive

beeldspraak 
Bij beeldspraak gebruik je woorden in een figuurlijke betekenis

Beeldspraak komt voor in poëzie, maar ook in het dagelijks leven. 





Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive