HEY 7.2 Zuren in water

7.2 Zuren in water
Les 1
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

7.2 Zuren in water
Les 1

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je leert waarom zure oplossingen stroom geleiden.
Je leert namen van een aantal zuren.
Je leert het verschil tussen sterke en zwakke zuren.

Slide 2 - Diapositive

Herhaling koolstofchemie
Ethaan
Eth = 2 C
-aan = enkele bindingen tussen C's
Binas 66CD
Ethaanzuur
zuur = COOH-groep
Molecuulformule ethaanzuur = CH3COOH

Slide 3 - Diapositive

Geef de naam van het molecuul.

Slide 4 - Question ouverte

Zuren en zure oplossingen
Alle zure oplossingen:
  • hebben een zure smaak;
  • beïnvloeden de kleur van zuur‑base‑indicatoren;
  • geleiden elektrische stroom;
  • hebben een pH‑waarde die kleiner is dan 7.

Slide 5 - Diapositive

Zuren en zure oplossingen
  • Een zuur is een deeltje wat één of meerdere H+-ionen kan afstaan aan een base.
  • Ook wel een H+ donor genoemd.
  • Als een zuur oplost in water dan splitst het zuur zich op in lossen ionen. De Hen het zuurrest-ion.
  • Hoe meer H+ -ionen in een oplossing, hoe zuurder de oplossing (dus hoe lager de pH).
  • Bij een alkaanzuur, wordt de H+ van de zuurgroep afgestaan.

Slide 6 - Diapositive

Oplosvergelijkingen van zuren
  • Zoutzuur = oplossing van waterstofchloride in water (Binas 66A):
HCl (g) ->  H+ (aq) + Cl- (aq)

  • Oplossen van zwavelzuur in water (Binas 66B):
H2SO4 (l) ->  2 H+ + SO42- (aq)

  • Oplossen van azijnzuur (ethaanzuur, Binas 66A) in water: 
CH3COOH (l) ->  H+ (aq) + CH3COO- (aq) 
CH3COOH (l) ->  CH3COOH (aq)

Slide 7 - Diapositive

Geef de vergelijking waarbij mierenzuur wordt opgelost met toestandsaanduidingen.
Gebruik Binas 66A/D (en evt. 49).

Slide 8 - Question ouverte

uitleg quizvraag
Mierenzuur is de triviale naam van methaanzuur. 
Molecuulformule methaanzuur is HCOOH. 

HCOOH (l) -> H+ (aq) + HCOO- (aq)
of
HCOOH (l) -> HCOOH (aq)


Slide 9 - Diapositive

Moleculaire stoffen: geleiden géén elektrische stroom
Zuren: zuren die opgelost zijn geleiden elektrische stroom
VS

Slide 10 - Diapositive

Zuren in water
De zuren die je net zag zijn moleculaire stoffen en dus opgebouwd uit moleculen die geen lading hebben.
Toch kan een oplossing van een zuur stroom geleiden. 
Er zijn dus blijkbaar losse geladen deeltjes die de stroom kunnen geleiden. 

Slide 11 - Diapositive

Zure oplossingen hebben
een ...................
A
pH groter dan 7
B
pH kleiner dan 7
C
pH is 7

Slide 12 - Quiz

Gootsteenontstopper(base) is agressiever dan groene zeep (base). De pH van gootsteenontstopper is
A
groter dan groene zeep
B
kleiner dan groene zeep
C
3
D
kun je niet zeggen

Slide 13 - Quiz

Welke uitspraak is fout?
A
Een zure oplossing smaakt zuur
B
Alle zure oplossingen geleiden de stroom
C
De pH van een zuur is groter dan 7
D
Zure oplossingen beïnvloeden de kleur van een zuur-base-indicator

Slide 14 - Quiz

Is dit een zuur?
CH3COOH
A
ja
B
nee

Slide 15 - Quiz

Is dit een zuur?
HBr
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Zuur
of
basisch?
A
zuur
B
basisch
C
neutraal

Slide 17 - Quiz

Een zuur kan...
A
een elektron opnamen
B
een elektron afstaan
C
een H+ opnemen
D
een H+ afstaan

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
7.2 Zuren in water
Maken opdr. 8 t/m 16

Slide 19 - Diapositive

7.2 Zuren in water
Les 2

Slide 20 - Diapositive

Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
Elke stap is een factor 10. Dus van pH 7 naar pH 5 is 10x10=100x zo zuur.
zuur
basisch
neutraal

Slide 21 - Question de remorquage


Hiernaast is afgebeeld...
A
rode koolsap
B
blauw lakmoespapier
C
rood lakmoespapier
D
universeel indicatorpapier

Slide 22 - Quiz

Wat is een kenmerk van een sterk zuur?
A
Een zuur dat een lage pH heeft
B
Een zuur dat een hoge pH heeft
C
Een zuur dat volledig ioniseert in water
D
Een zuur dat weinig ioniseert in water

Slide 23 - Quiz

Waterstof-chloride
Zwavel-zuur
Fosfor-zuur
Salpeter-zuur
Sleep de onderdelen naar de juiste plek.
HCl
HNO3
H2SO4
H3PO4

Slide 24 - Question de remorquage

Een zuur kan...
A
een elektron opnamen
B
een elektron afstaan
C
een H+ opnemen
D
een H+ afstaan

Slide 25 - Quiz

Leerdoelen
Je leert waarom zure oplossingen stroom geleiden.
Je leert namen van een aantal zuren.
Je leert het verschil tussen sterke en zwakke zuren.

Slide 26 - Diapositive

Sterke en zwakke zuren
  • Oplossingen van sterke zuren bevatten geen opgeloste zuurmoleculen. Er zijn alleen H+‑ionen en zuurrestionen aanwezig. 
  • In oplossingen van zwakke zuren zitten opgeloste zuurmoleculen, H+‑ionen en zuurrestionen. De opgeloste zuurmoleculen zijn in de meerderheid en je noteert de volledige formule van het zuur voor de oplossing. 

Slide 27 - Diapositive

Sterke en zwakke zuren
  • Binas 49 geeft een overzicht van bekende zuren en basen.
  • Onder te verdelen in: sterk, zwak en zeer zwak.
  • Hoe sterker een zuur, hoe makkelijker het H+-ion kan worden afgesplitst.
  • Bij gelijke molariteit (hoeveelheid mol per L), heeft een sterk zuur;


  • een lagere pH dan een zwak zuur,
  • veel beter stroom geleiden dan een zwak zuur,
  • zal hij sterker reageren dan een zwak zuur (meer H+ in oplossing).

Slide 28 - Diapositive

Sterk zuur
Bij een sterk zuur is er volledige ionisatie.

Voorbeeld van notatie sterk zuur: HCl

 H+ (aq)  +   Cl- (aq)

 Notatie sterk zuur: H+ (aq)+ zuurrestion- (aq)

Slide 29 - Diapositive

(Sterke) zuren in water
Wanneer zuren opgelost worden in water, vallen ze uiteen in ionen, terwijl zuren moleculaire stoffen zijn!!
Ze vallen dan uiteen in H+ en het zuurrest-ion:
                        HCl --> H+ + Cl-
                        H2SO4 --> 2H+ + SO42-
Hoe meer H+, hoe zuurder!

Slide 30 - Diapositive

Zwak zuur
Een zwak zuur is niet volledig gesplitst in H+ en zuurrestionen.

Voorbeeld van notatie zwak zuur: HF

 HF (aq)

Notatie zwak zuur: Zuur (aq)


Slide 31 - Diapositive

Sterke zuren
Sterk zuur (aflopende reactie)




Algemene zuur ionisatiereactie:

 

Slide 32 - Diapositive

Zwakke zuren
Zwak zuur (evenwichtsreactie)




Algemene zwak zuur ionisatiereactie:

 

Slide 33 - Diapositive

Is salpeterzuur een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49 en 66B.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 34 - Quiz

Is het sulfide-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 35 - Quiz

Is het ammonium-ion een sterk/zwak zuur of base? Gebruik Binas 66B en 49.
A
Sterk zuur
B
Zwak zuur
C
Sterke base
D
Zwakke base

Slide 36 - Quiz

Welke van de volgende zuren is een zwak zuur?
A
Zoutzuur
B
Salpeterzuur
C
Azijnzuur
D
Zwavelzuur

Slide 37 - Quiz

Aan de slag!
7.2 Zuren in water
Maken opdr. 17 t/m 21

Slide 38 - Diapositive