Nederlands Lezen les 2 woordweb
1 / 30
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
woordweb:
A
een ander woord voor woordenboek
B
een techniek om te brainstormen
C
een brainwave
D
een iets met woorden
Slide 7 - Quiz
Wat zet je in het midden bij een woordweb?
A
Het hoofdonderwerp
B
een woord dat met het hoofdonderwerp te maken heeft.
Slide 8 - Quiz
Welk woorden passen in een woordweb over Pasen.
A
gekleurde eitjes
B
sneeuw
C
paashaas
D
vallende blaadjes
Slide 9 - Quiz
Bekijk het woordweb.
Kies het goede woord in het midden.
Kies het goede woord in het midden.
Schommelen
Hinkelen
Tikkertje
Knikkeren
A
stom
B
Binnen spelen
C
Buiten spelen
D
lastig
Slide 10 - Quiz
Welk woord past het best in het woordweb?
De ridder
de bescherming
het ijzeren pak
het harnas
de schatkist
het lunchpakket
Slide 11 - Question de remorquage
voetbal
Slide 12 - Carte mentale
pauze
Slide 13 - Carte mentale
Waarom is lezen belangrijk?
Slide 14 - Carte mentale
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Piranha's
Slide 17 - Carte mentale
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Lien
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Diapositive
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Brandstof voor je lichaam
