VCA hoofdstuk 8 gevaarlijke stoffen
1 / 43
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wat weet jij van zuurstof?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Hoeveel zuurstof zit er normaal gesproken in de lucht?
A
18 %
B
19 %
C
20 %
D
21 %
Slide 5 - Quiz
Wat is de MINIMALE concentratie van zuurstof waarbij nog gewerkt mag worden?
A
18%
B
19%
C
20%
D
21%
Slide 6 - Quiz
Wat kan er gebeuren als er minder dan 19% zuurstof in de lucht zit?
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Lien
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Te veel zuurstof in de lucht is ook gevaarlijk! Waarom?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Gevarenpictogrammen
Giftige stoffen
Ontplofbare stoffen
Gevaar milieu
Ontvlambare stoffen
Slide 18 - Question de remorquage
Waarschuwingsborden met betrekking tot gevaarlijke stoffen:
ontvlambaar
bijtend
radioactief
schadelijk of irriterend
giftig en asbest
explosieve stof
Slide 19 - Question de remorquage
Gevaarlijke stoffen zijn ingedeeld in verschillende categorieën. Ze zijn herkenbaar aan het symbool op het etiket van de verpakking.
bijtende of corrosieve stoffen
zeer licht en licht ontvlambare stoffen
valbeveiliging verplicht
milieugevaarlijke stoffen
giftige en zeer giftige stoffen
oxiderende of brandbevorderende stoffen
Slide 20 - Question de remorquage
Gevaarlijke stoffen zijn ingedeeld in verschillende categorieën. Ze zijn herkenbaar aan het symbool op het etiket van de verpakking.
gassen onder druk
explosieve of ontplofbare stoffen
gezondheidsgevaar op lange termijn
asbest
Slide 21 - Question de remorquage
Welke maatregel kan aan de bron genomen worden om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen?
A
De werknemers opleiden of trainen.
B
Grondstoffen in tabletvorm gebruiken in plaats van in poedervorm.
C
Het laten dragen van PBM's.
Slide 22 - Quiz
Wat betekent dit bord?
A
Biologisch gevaar.
B
Gevaar voor laserstraal.
C
Gevaar voor radio-actieve stoffen.
Slide 23 - Quiz
Gevaarlijke stoffen worden in categorieën ingedeeld. Welke categorieën zijn dat onder andere?
A
Brandbaar - bijtend - onschuldig.
B
Explosief - licht/ zeer licht ontvlambaar - schadelijk
C
Schadelijk - kankerverwekkend - verstikkend.
Slide 24 - Quiz
Tot welke categorie gevaarlijke stoffen behoren zink, lood en kwik?
A
oxiderende stoffen
B
zware metalen
C
cyclische verbindingen
D
organische oplosmiddelen
Slide 25 - Quiz
Waarvoor waarschuwt dit pictogram?
A
licht ontvlambare stoffen
B
biologische gevaarlijke stoffen
C
milieugevaarlijke stoffen
D
oxiderende stoffen
Slide 26 - Quiz
Op welke manier dringen gevaarlijke stoffen door je huid in je lichaam?
A
via een wondje door de huid heen
B
door in ademing
C
via vieze handen op het eten
D
door je mond
Slide 27 - Quiz
Wat kun je doen om lekken van gevaarlijke stoffen te voorkomen?
A
geen gevaarlijke stoffen opslaan
B
niets, omdat je lekken niet kunt voorkomen
C
opslaginstallaties goed onderhouden
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
Gevarenpictogrammen
Giftige stoffen
Ontplofbare stoffen
Gevaar milieu
Ontvlambare stoffen
Slide 33 - Question de remorquage
Waarschuwingsborden met betrekking tot gevaarlijke stoffen:
ontvlambaar
bijtend
radioactief
schadelijk of irriterend
giftig en asbest
explosieve stof
Slide 34 - Question de remorquage
Gevaarlijke stoffen zijn ingedeeld in verschillende categorieën. Ze zijn herkenbaar aan het symbool op het etiket van de verpakking.
bijtende of corrosieve stoffen
zeer licht en licht ontvlambare stoffen
valbeveiliging verplicht
milieugevaarlijke stoffen
giftige en zeer giftige stoffen
oxiderende of brandbevorderende stoffen
Slide 35 - Question de remorquage
Gevaarlijke stoffen zijn ingedeeld in verschillende categorieën. Ze zijn herkenbaar aan het symbool op het etiket van de verpakking.
gassen onder druk
explosieve of ontplofbare stoffen
gezondheidsgevaar op lange termijn
asbest
Slide 36 - Question de remorquage
Welke maatregel kan aan de bron genomen worden om blootstelling aan gevaarlijke stoffen te voorkomen?
A
De werknemers opleiden of trainen.
B
Grondstoffen in tabletvorm gebruiken in plaats van in poedervorm.
C
Het laten dragen van PBM's.
Slide 37 - Quiz
Wat betekent dit bord?
A
Biologisch gevaar.
B
Gevaar voor laserstraal.
C
Gevaar voor radio-actieve stoffen.
Slide 38 - Quiz
Harry werkt in een fabriek met gevaarlijke stoffen. Hij heeft voldoende PBM's om zich te beschermen en heeft ook een persoonlijke gasmeter. Opeens ziet hij bij een opslagvat, een groene damp vrijkomen. Wat moet hij doen?
A
Hij houdt afstand en waarschuwt zijn direct leidinggevende.
B
Hij blijft gewoon werken, zijn PBM's en persoonlijke gasmeter beschermen hem voldoende.
C
Hij gaat direct kijken wat er aan de hand is en neemt als voorzorg een brandblusser mee.
Slide 39 - Quiz
Gevaarlijke stoffen worden in categorieën ingedeeld. Welke categorieën zijn dat onder andere?
A
Brandbaar - bijtend - onschuldig.
B
Explosief - licht/ zeer licht ontvlambaar - schadelijk
C
Schadelijk - kankerverwekkend - verstikkend.
Slide 40 - Quiz
Gevaarlijke stoffen zijn ingedeeld in categorieën, welke zijn dat?
A
Explosief, licht/zeer licht ontvlambaar, schadelijk
B
Schadelijk, kankerverwekkend, verstikkend
C
Brandbaar, giftig en onschuldig
D
Corrosief, ziekmakend, explosief
