GT2 Les 4: Aanbod

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Inloop

-Ga op je eigen plek zitten (plattegrond)

-Pak en zet je spullen op tafel

-Inloggen in LessonUp

Spullen nodig voor vandaag:

-Laptop 

-Pen

-Werkboekje

Les 4

Aanbod

Lesplanning

Lesdoel: 

Terugblik: Vraag                                                          (5min)

Voorkennis:                                                                    (5min)

Instructie: Aanbod                                                      (10min)

Begeleid inoefenen: Bordvragen                        (5min)

Zelfstandig oefenen: Werkblad                           (15min)

Huiswerk: Werkblad

Evaluatie:                                                                        (5min)

Terugblik

We gaan een twee vragen beantwoorden en daarna 

beginnen we aan de instructie.

Vul in:
Hoe _____ de prijs, hoe minder mensen het willen kopen.

1. Lager
2. Hoger

Vul in:
Hoe _____ de prijs, hoe meer mensen het willen kopen.

1. Lager
2. Hoger

Lesdoelen

1. Ik kan het begrip aanbod uitleggen

2. Ik kan uitleggen hoe het aanbod invloed heeft op de prijs van een product

3. Ik kan twee voorbeelden geven over hoe aanbod invloed heeft op de prijs van een product

Voorkennis

We gaan een video kijken en ik ga twee vragen stellen. 

Beantwoord de volgende vragen:

1. Wat gebeurde met de PS5?

2. Wat gebeurde met de prijs van de PS5?

Wat gebeurde met de PS5 volgens de video?

1. Er waren teveel gemaakt
2. Er was een tekort aan de PS5
3. Het was lelijk
4. Het werkte niet

Wat gebeurde met de prijs van de PS5?

1. De prijs is gestegen
2. De prijs is gedaald
3. De prijs bleef hetzelfde

Instructie (1/3)

Aanbod is het aantal producten of diensten dat bedrijven 

of verkopers willen verkopen bij een bepaalde Prijs.

Hoe Hoger de prijs, hoe meer bedrijven willen verkopen.

Hoe Lager de prijs, hoe minder bedrijven willen verkopen.

Instructie (2/3)

Voorbeeld

Een boer verkoopt appels:

• Bij een prijs van €1,00 per kilo: hij verkoopt 50 kilo

• Bij een prijs van €2,00 per kilo: hij verkoopt 120 kilo

Hoe meer hij verdient per kilo, hoe meer hij wil verkopen. Het aanbod stijgt dus als de prijs stijgt.

Instructie (3/3)

Het Aanbod hangt af van hoeveel een bedrijf kan produceren en wil verkopen. 

1. Stel je hebt 100 kilo appels nodig.
2. Bedrijf Appels & Co bieden 40 Kilo appels aan.
3. Bedrijf AppelHein heeft heeft meer dan genoeg appels.
   Dit bedrijf zorgt voor de overige 60 Kilo aan appels.

Begeleid inoefenen

Geef aan wat gebeurt met de aanbod en de prijs

Een kledingmerk produceert veel winterjassen, maar de winter is mild.

1. Winkels blijven met grote voorraad dus ze geven kortingen
2. Winkels blijven met grote voorraad dus de prijs stijgt
3. Winkels zijn uitverkocht dus ze geven kortingen
4. Winkels zijn uitverkocht dus de prijs stijgt

Door droogte mislukt de oogst van koffiebonen in Brazilië.

1. Aanbod stijgt dus prijs stijgt
2. Aanbod stijgt dus prijs daalt
3. Aanbod daalt dus prijs stijgt
4. Aanbod daalt dus prijs daalt

Zelfstandig oefenen

Maak nu les 4 van de werkblad . Je hebt 15 min om dit af te hebben. Je

mag samen met je buurman of buurvrouw werken.

Klaar? Dan mag je een boek lezen of aan school werken

Huiswerk

Maak les 4 van je werkblad af

Evaluatie

Wat vonden jullie van de les?

Wat vond ik van de les?

Wat kunnen we anders doen?

Lesafsluiting

• Hoe Lager de prijs, hoe ______ bedrijven willen verkopen.

• Hoe Hoger de prijs, hoe ______ bedrijven willen verkopen.

Volgende les: Markten