3V §5.3 Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

§5.3 Lezen

samenvattingsopdrachten

hoofd- en bijzaken

soorten samenvattingen

aanpak meerkeuzevragen

Fictielezen

Wat is de tekstvorm?

1. Artikel
2. Advertentie
3. Column
4. Oproep

Is dit een column?

1. Ja
2. Nee

Welke kenmerken heeft een geschreven of gesproken column?

1. Zet aan tot nadenken.
2. De toon is uitdagend en soms zit er humor in.
3. Het begin is pakkend.
4. De columnist sluit af met een goede uitsmijter.

Wat zijn signaalwoorden van het tekstverband 'oorzaak-gevolg'?

1. eerst, daarna
2. en, daarnaast
3. maar, hoewel
4. omdat, daardoor

Welke signaalwoorden horen bij een uitleggend tekstverband?

1. Bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie
2. Ten eerste, ook, en, ten slotte
3. Tijdens, terwijl, eerst, daarna
4. Maar, echter, toch, tevens

Lees de theorie op bladzijden 106 en 107

Samenvattingsopdrachten in het eindexamen

§5.3 Lezen, voorbeelden op blz. 106

1. Samenvattingen beoordelen bij zinnen

2. Hoofd- en bijzaken onderscheiden

3. De hoofdgedachte vaststellen

4. De inhoud van een tekst(deel) zelf samenvatten

5. Een schematische samenvatting maken

1. Welke samenvattingsopdrachten heb je meegemaakt?

2. Wat is makkelijker om te maken, een beknopte of schematische samenvatting?

3. Wat is jouw aanpak bij een meerkeuzevraag?

4. Waarom staan in examens vaak meerkeuzevragen?

Verkennend lezen: 

Snel het onderwerp bepalen met de titel, tussenkopjes, inleiding, slot, illustraties.

Nauwkeurig lezen:

Zin voor zin de tekst begrijpen.

Driedeling = inleiding + kern + slot

Wat zijn de functies van de inleiding en het slot?

Waar zitten de kernzinnen?

Wat helpt je om het onderwerp te vinden?

(Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.)

1. de titel lezen
2. de inleiding lezen
3. het slot lezen
4. de tussenkopjes lezen

Wat is het onderwerp van een tekst?

1. In één zin geformuleerd waar de tekst over gaat.
2. In één of een paar woorden geformuleerd waar de tekst over gaat.
3. Het standpunt met belangrijkste argument van de auteur
4. De titel, tussenkopjes, inleiding en slot

De hoofdzaken

Belangrijke informatie over het onderwerp van de tekst.

• De inleiding
• Het slot
• De kernzinnen

De bijzaken

Uitleg en voorbeelden die de hoofdzaken verduidelijken.

• herhaling
• cijfers
• details

Welke zin klopt over de hoofdgedachte?

(Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.)

1. De hoofdgedachte is het belangrijkste wat over het onderwerp wordt gezegd.
2. De hoofdgedachte kan letterlijk in de inleiding of het slot staan.
3. De hoofdgedachte staat letterlijk in de kern.
4. De hoofdgedachte moet je soms zelf formuleren.

Strategieën voor het beantwoorden van meerkeuzevragen

• Lees eerst de vraag en formuleer zelf het antwoord. 
• Ga verder als je een vraag niet kunt beantwoorden en kom hier later op terug.
• De 'wegstreepstrategie : Elimineer antwoorden die niet goed zijn. 
• Ga op je eerste indruk af.

Biologisch eten gezonder?

Zijn de berichten uit de Nederlandse pers objectief?

Wat?	Maak uit paragraaf 5.3 Lezen opdrachten 3 t/m 9
Hoe?	Zelf stil
Hulp?	Boek, buur, Straver
Resultaat?	Bespreken in de les, oefenen voor toets
Leerdoel?	Samenvattingsopdrachten en omgaan met meerkeuzevragen
Klaar?	Daltontaak, l ezen

Wat heb je geleerd en hoe ging het in de klas? 

- Hoofd- en bijzaken in een tekst kunt vinden

- Het maken van samenvattingsopdrahten

- Omgaan met meerkeuzevragen