Bijenles 1 Science

Wat gaan we doen?
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 9 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Wat gaan we doen?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van bijen?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

bevat

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verzorgen

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voldoende

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

werksters

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

stuifmeel

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

heleboel

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

taak

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

indringer

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

bijenkorf

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je van bijen?

Slide 13 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

De __________ legt eitjes.
A
werkers
B
honingbij
C
koningin
D
vrouwtjesbijen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een belangrijke taak van sommige werksters is om de koningin te ____________ .
A
mengsel
B
bevat
C
taak
D
verzorgen

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

____________ vinden bijen in bloemen.
A
stuifmeel
B
bevat
C
mengsel
D
groeien

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Elke werkbij heeft haar eigen ________ .
A
taak
B
bevat
C
mengsel
D
groeien

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bijen hebben een ________ taken en daarom noemen we ze werkbijen.
A
taak
B
bevat
C
heleboel
D
druk leven

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In een cocon ________ ze uit tot volwassen bijen.
A
taak
B
bevat
C
groeien
D
druk leven

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de larven ________ gegeten hebben maken ze een cocon.
A
taak
B
bevat
C
verzorgen
D
voldoende

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welke bijen in een bijenkorf worden de meeste taken uitgevoerd?
A
door de darren
B
door werkbijen
C
door de koningen
D
door de mannetjes

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe groot kan één bijenvolk worden in de zomer?
A
tot wel 600 bijen
B
tot wel 1000 bijen
C
tot wel 2000 bijen
D
tot wel 5000 bijen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunnen bijen met elkaar communiceren?
En zo ja hoe dan?
A
Nee dat kunnen ze niet
B
Ja, door te zoemen
C
Ja, door te dansen
D
Ja, door geuren af te geven

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom maken bijen honing?
A
Bijen maken graag honing zodat mensen daar lekker van kunnen eten
B
Bijen gebruiken het om een voedselvoorraad te hebben in de winter en om hun larven te voeden.
C
Bijen maken honing voor andere dieren zoals vogels en vleermuizen.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk van de onderstaande beestjes is een honingbij?
Honingbij
Hommel
Wesp

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit?
A
Hommel
B
Bij
C
Zweefvlieg
D
wesp

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit?
A
Hommel
B
Bij
C
Zweefvlieg
D
wesp

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit?
A
Hommel
B
Bij
C
Zweefvlieg
D
wesp

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit?
A
Hommel
B
Bij
C
Zweefvlieg
D
wesp

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is dit?
A
Hommel
B
Bij
C
Zweefvlieg
D
wesp

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

eten nectar 
verspreiden stuifmeel

rolverdeling
1 x steken
De beharing helpt stuifmeel te 
verspreiden
Hommels zijn bijen

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Pesticiden te verminderen/verbieden

Zaaien van drachtplanten
(groep planten die veel nectar en goed stuifmeel leveren) verbeter je de voedselvoorziening en worden bijen vitaler.

Bestrijden van ziekteverwekkers Varroa mijt
Wat kunnen wij doen?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag
Maak in tweetallen een poster. In groepjes presenteren we dit aan elkaar. 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze onderwerpen worden verdeeld:
1. Wat is het verschil tussen een zweefvlieg, bij en een hommel? Hoe is de lichaamsbouw?
2. Steekt de bij, wesp of hommel? En dan?
3. Wat is een wilde bij en hoe leeft deze?
4. Hoe leven de honingbijen?
5. Hoe is de bouw van een bij?
6. Bijen worden bedreigd. Wat is het gevolg hiervan?
7. Welke verschillende hommels zijn er?
8. Welke planten hebben bijen nodig als voedsel?
9. Wat is een koninginnebij? Wat doet zij?
10. In een bijenvolk heb je ook werksters. Wat doen zij? Wat zijn darren?
11. Hoe maak je honing?

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

zelfs bijen hebben cognitie: bewustzijn, redeneren, herinneren en oordelen. 
Experiment: bijen in Y-vormig doolhof geplaatst, twee armen allebei andere kleur, een arm zelfde kleur als eerste stuk. Beloning bij zelfde kleur. Als dan gestreept doolhof, dan kozen bijen voor arm met dezelfde orientatie als eerste stuk. Conclusie: bijen kunnen onderscheid maken tussen 'hetzelfde' en 'verschillend'. 

Slide 41 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 42 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions