Verwijswoorden 1hv

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Formuleren

verwijswoorden

Het schilderij heeft ..... plaats in het museum behouden.

1. zijn
2. haar

Als je een product koopt en .... gaat stuk, heb je recht op garantie

1. hij
2. zij
3. het

Heeft deze onderneming .... werknemers een bonus gegeven?

1. haar
2. zijn

Omdat het gebouw zo oud is, wordt .... gerepareerd.

1. hij
2. zij
3. het

Theorie

Verwijswoorden

Een verwijswoord wijst terug naar een woord dat eerder genoemd is --> mannelijk/vrouwelijk/onzijdig

De-woorden: mannelijk of vrouwelijk (woordenboek!)

            hem/haar/zijn/deze/die    -      zij/ze/haar/deze/die

Het-woorden: onzijdig

             het/zijn/dit/dat

Even oefenen

Omdat de universiteit minder geldt krijgt, neemt ...... minder studenten aan.

1. hij
2. ze

Ik heb in mijn tuin een vijver aangelegd, maar .... loopt nog steeds leeg.

1. hij
2. ze

De feestcommissie vindt dat het bestuur .... niet serieus neemt.

1. hem
2. haar

Als de buizerd naar voedsel zoekt, zie je .... hoog in de lucht cirkelen.

1. hem
2. haar

Wanneer dit aanbod je niet bevalt, kun je ..... beter niet accepteren.

1. hem
2. het