Voorvoegsel en achtervoegsel

Voorvoegsel en achtervoegsel
Doelen: Aan het einde van deze les kun je ...
  1. grondwoorden herkennen.
  2. voor- en achtervoegsels in woorden  herkennen, aanduiden en gebruiken.

1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voorvoegsel en achtervoegsel
Doelen: Aan het einde van deze les kun je ...
  1. grondwoorden herkennen.
  2. voor- en achtervoegsels in woorden  herkennen, aanduiden en gebruiken.

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Belangrijke begrippen
  • Grondwoorden
  • Voorvoegsel
  • Achtervoegsel

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Grondwoord
Een grondwoord is een stamwoord of woordkern, je kan dit niet opsplitsen. Het is een woord waarbij je een voorvoegsel en achtervoegsel kunt schrijven. --> ongebruik(e)lijk

Door te kijken naar een grondwoord, voorvoegsel en achtervoegsel kun je de betekenis van een woord achterhalen.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeelden van grondwoorden
voorvoegsel - grondwoord - achtervoegsel

on - gebruik - (e)lijk
super-gehoor-zaam
her-bruik-baar

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorvoegsel 
- een stukje vóór een grondwoord
- het kan niet op zichzelf voorkomen
- daardoor verandert het grondwoord van betekenis

Bijvoorbeeld: 
on (=voorvoegsel) + rustig = onrustig

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorvoegsel 

Bijvoorbeeld:

her (= voorvoegsel) + gebruiken = hergebruiken

mis + dragen = misdragen

non + fictie = non-fictie

ex + vriend = ex-vriend

on + zeker = onzeker

Een (grond)woord met een voorvoegsel noemen we een afleiding.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorvoegsels 
Een voorvoegsel heeft soms wel een betekenis: 
on- = niet; her- = opnieuw

Door te kijken naar een voorvoegsel kun je de betekenis van een woord beter achterhalen.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Achtervoegsel 
Er zijn veel woorden die eindigen op -heid, -lijk, -ing, -ig, -er, -erd, -aar, -aard, -baar, -rik of -isch

Deze korte stukjes zijn achtervoegsels,
je schrijft ze altijd op dezelfde manier.

Slide 9 - Diapositive

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Achtervoegsel 
Een achtervoegsel is een vast stukje aan het eind van een grondwoord. Het kan niet op zichzelf voorkomen.
 
Sommige hebben een eigen betekenis.
--> Vervangbaar, blijheid, kinderlijk
-baar: zegt wat je ermee kunt doen.
-heid: zegt iets over hoe iemand of iets is.
-lijk: zegt wat van of voor iemand of iets is.


Slide 10 - Diapositive

achtervoegsels zet je altijd achter een woord, zoals het woord zelf al aangeeft: achtervoegsels. Het gaat dus om het laatste deel van een woord.

Voorbeelden van achtervoegsels:
-loos :geluidloos, achteloos
-ig : prachtig, doorzichtig
-achtig : zoethoutachtig, geelachtig
-schap : vriendschap, draagmoederschap
-heid : schoonheid, traagheid
-lijk : koninklijk, hoofdzakelijk

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een woord met een voorvoegsel:
timer
1:00

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een woord met een achtervoegsel:
timer
1:00

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het grondwoord van: onmenselijk

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het achtervoegsel van: beestachtig

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zelfstandig aan de slag
Maken: opdr. 1 t/m 5, blz. 92 en 93.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions