herhaling hoofdstuk 15

herhaling hoofdstuk 15
tijd en temperatuur 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

herhaling hoofdstuk 15
tijd en temperatuur 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Even opwarmen...

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een hele dag verdelen we in 24 uur.
Je noemt die 24 uur ook wel een etmaal.
We hebben afgesproken dat de dag om middernacht begint,
dat is precies om 12 uur 's nachts.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke digitale klok hoort bij deze klok?
A
15:30
B
12:35
C
3:30
D
0:35

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

09:00
12:30
22:30
17:30
17:00
Sleep de klokken naar de juiste tijd.

Slide 6 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Instructie
Een dag heeft   ....... uur.
Een week heeft ....... dagen.
Een maand heeft .... of ..... dagen
De maand februari ook?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


A
01:30 uur
B
16:30 uur
C
04:30 uur
D
15:30 uur

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


A
3 uur en 45 minuten
B
4 uur en 15 minuten
C
3 uur en 15 minuten
D
4 uur en 30 minuten

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Sylvia kijkt op de klok als haar trein aankomt. De trein had om 11:06 u moeten aankomen.

Hoeveel minuten is de trein te laat?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Met tijd rekenen
Je kunt bij opdrachten verschillende eenheden van tijd krijgen. Je moet hier goed opletten als je met tijd moet gaan rekenen. 
Een fystiotherapeut behandelt elke patiënt 20 minuten. Hoeveel patiënten kan de fysiotherapeut in 2 uur behandelen? 
Stap 1: Reken om naar dezelfde eenheid.
2 uur x 60 = 120 minuten
Stap 2: Reken uit.
120 minuten : 20 minuten = 6 patiënten

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tijdsduur bij een tijd optellen
Je staat 's middags te wachten op de metro naar centraal station. 
Hoe laat vertrekt de metro naar het Centraal station? 
Het is 10 voor half 2 's middags, dus het is 13:20 uur.
De metro naar het Centraal Station vertrekt over 5 minuten.  

Dan is het 13:20 + 00:05 = 13:25 uur. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe lang duurt het programma Checkpoint?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De voetbalwedstrijd duurt in totaal 1 uur en 3 kwartier. Bereken hoe laat deze uitzending af is gelopen.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TEMPERATUUR

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de normale lichaamstemperatuur in graden Celsius mens?
A
tussen 35- 36
B
tussen 36 - 37
C
tussen 37 - 38

Slide 17 - Quiz

De lichaamstemperatuur van de mens is ligt tussen de 36 en 37 graden.
Het lichaam zal proberen om onder alle omstandigheden die temperatuur te houden.
Deze temperatuur kan iets variëren met het moment van de dag (’s morgens lager dan ’s avonds), door de menstruatiecyclus (na de ovulatie 0,5 °C hoger), door lichaamsactiviteit en door kleding. Er kunnen dus schommelingen optreden.

Wat is het kookpunt?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het vriespunt?

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions