‹Revenir à la recherche

Domein 2 Verhoudingen

Domein 2:  Verhoudingen
  • breuken en procenten
  •  een breuk verstopt in taal
  • gelijknamig maken oefenen
  • rekenen met breuken
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Domein 2:  Verhoudingen
  • breuken en procenten
  •  een breuk verstopt in taal
  • gelijknamig maken oefenen
  • rekenen met breuken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

"breukentaal"
driekwart
teller
half/halve
noemer
tweederde
kwart
één zevende
drie achtste

Slide 2 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Teller
Noemer
Eén van de tien
= 
Eén staat tot tien
= 
Eén op tien
=
Eén tiende
=
1/10
= 
1:10
Verhouding:

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke breuk hoort bij de WITTE vlakken?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


De gele en de witte vlakken staan in verhouding. Hoe schrijf je dat NIET?
A
twee voor de vijf
B
twee staat tot vijf
C
twee op de vijf
D
twee van de vijf

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

instaptoets(je)
Neem de opdrachten over in je schrift en schrijf het antwoord erachter:  
  1.  Vereenvoudig (= schrijf zo klein mogelijk) 4/12 = 
  2.  Wat is 3/7 van 35?
  3.  Hoeveel procent is 2/5?

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga verder met Studiemeter (Deviant) en maak je instaptoets af.

Klaar met de instaptoets? Laat het mij weten!
Voorgaande 3 vragen goed?

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Geef leerlingen een strook papier en laat ze vouwen. Na elke vouw moeten ze de breuk op de vouwlijn schrijven. Hierdoor zien ze welke breuken gelijkwaardig zijn.
nog voorbeeld 
Welke breuken zijn gelijkwaardig? En kan je dus vereenvoudigen? Neem ze over in je schrift.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een strook met de tafel van 3

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

voorbeeld 

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je deze
breuk?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke breuk zie je?
Schrijf de breuk op! .../...

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Benoem de breuk

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorbeeld
Ik pak
1 deel van de 4 stukken taart:

Hoeveel blijft er over?

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vereenvoudigen moet!
Welke breuk kan je kleiner
schrijven?

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke breuk hoort hierbij?
Een breuk voer je in als 1/2

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke breuk hoort bij het groene deel?
Een breuk voer je in als 1/2

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vereenvoudig de breuken (in je schrift)

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deel van een geheel

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel is hier
"het geheel"?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions



2/7 van deze ballonnen vliegen weg. Hoeveel ballonnen zijn dat?

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


2/3 deel van deze bloemen knip ik er af. Hoeveel bloemen zijn dat?  

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Er zijn hier 5 groepen van 7 mensen.  Hoeveel mensen is 1/5 deel?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke berekening hoort bij de vraag: "Hoeveel is 3/8 van 48"?
A
48:3 = 16
B
48:3:8=2
C
48:8 =6
D
48:8x3 =18

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ik krijg 20 euro zakgeld. 3/5 deel daarvan geef ik uit aan snacks. Hoeveel geld is dat?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak het werkblad!

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Breuken omrekenen naar procenten

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak het werkblad;

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Neem de volgende breuken over, schrijf het decimale getal en het percentage erachter en LEER ZE UIT JE HOOFD
breuk     decimaal        percentage
breuk     decimaal        percentage

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ga verder met Studiemeter (Deviant) en maak je instaptoets af.
Domein 2: Verhoudingen
Klaar met de instaptoets? Laat het mij weten!

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent is gekleurd?

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 60% als breuk.
Vereenvoudig het antwoord zo ver mogelijk

Slide 35 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent is gekleurd?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel procent van de pijlen
zit in het gele vlak?

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Plus de leçons comme celle-ci

8.1 Wat zijn procenten?

- Leçon avec 10 diapositives
RekenenMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 1,2

Domein 2 verhoudingen 'verhoudingen en breuken & procenten'

- Leçon avec 15 diapositives
RekenenMBOStudiejaar 1

8.2 rekenen met procenten

- Leçon avec 10 diapositives
RekenenMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 3

4.5 Percentages, breuken en verhoudingen - rekenen

- Leçon avec 37 diapositives
RekenenMBOStudiejaar 2

Percentages, breuken en verhoudingen - afronden

- Leçon avec 29 diapositives
RekenenMBOStudiejaar 2

10-14 januari breuken delen en vereenvoudigen

- Leçon avec 18 diapositives
RekenenBasisschoolGroep 8

Les 3: Breuken, verhoudingen, decimalen en procenten.

- Leçon avec 18 diapositives
RekSpeciaal OnderwijsLeerroute 1

Les 5 - Procenten

- Leçon avec 32 diapositives
RekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4