Kastenstelsel

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Het kastenstelsel

Leerdoelen

• Je begrijpt wat een kaste is.
• Je kent in grote lijnen het ontstaan en de ontwikkeling van het kastenstelsel en de betekenis ervan in de hindoeïstische levensbeschouwing.
  
• Je kunt verwoorden wie Ghandi was en wat hij gedaan heeft voor de dalits.
  

Kasten

1. Brahmanen (priesters)

2. Kshatriya's (militairen en bestuurders)

3.  Vaishya's (handelaren en boeren)

4. Shudra's (handwerkslieden)

5. Paria's/ dalits kastelozen en onderdrukten

Ongelijkheid

•  Elke kaste heeft zijn eigen    regels.  
  
• Bij elk soort werk hoort een  
  

      aparte (sub)kaste. 

• Alle kasten zijn dus nodig. 
  
•  Ingedeeld op basis van    kleur. (warna) 

Hoe zijn kasten ontstaan?

• Uit het hoofd kwamen de brahmanen (priesters)
• Uit de armen de ksatria's (militairen en bestuurders)
• Uit de buik de vaisja's (boeren en handelaren)
• Uit de voeten de sjoedra's (arbeiders en bedienden)

Gevolgen

• Je blijft je leven lang in dezelfde kaste.
  
• Niet trouwen met iemand uit een andere kaste.
  
• Rituele reinheid is belangrijk voor de hoogste kasten.
  

Mahatma Ghandi

1869-1948

• Kastelozen hebben recht op een plek in de maatschappij.
  
• Naam Harijans: “Kinderen van God”.
  
• Geweldloosheid (Ahimsa), geen levende wezens dood maken)
  

Zijn de leerdoelen behaald?

• Je begrijpt wat een kaste is.
• Je kent in grote lijnen het ontstaan en de ontwikkeling van het kastenstelsel en de betekenis ervan in de hindoeïstische levensbeschouwing.
  
• Je kunt verwoorden wie Ghandi was en wat hij gedaan heeft   voor de dalits.