Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Engels
1 / 31
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
31 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welke vertaling klopt?
to wear
A
dragen
B
vragen
C
waar
D
aandoen
Slide 2 - Quiz
Welke vertaling klopt?
sweater
A
zweten
B
trui
C
jas
D
rok
Slide 3 - Quiz
Welke vertaling klopt?
pink clothes
A
roze kast
B
roze kleren
C
paarse tas
D
paars vest
Slide 4 - Quiz
Welke vertaling klopt?
beautiful boots
A
mooie boot
B
mooie kleren
C
mooie jas
D
mooie laarzen
Slide 5 - Quiz
Een oma is:
young
old
Slide 6 - Sondage
Wat betekent:
To describe
Slide 7 - Question ouverte
dress
glasses
blouse
jeans
bloes
bril
jurk
spijkerbroek
Slide 8 - Question de remorquage
Bedenk zo veel mogelijk 'fruits and vegetables'
Slide 9 - Carte mentale
Welke vertaling klopt?
checkout
A
kassa
B
briefgeld
C
betalen
D
geld
Slide 10 - Quiz
Welke vertaling klopt?
to smell
A
stinken
B
lachen
C
spellen
D
ruiken
Slide 11 - Quiz
Welke hoort er niet bij
shopping trolly
supermarket
diary
Slide 12 - Sondage
Welke hoort er niet bij?
money
to rush
cheap
Slide 13 - Sondage
Wat betekent:
To be hungry
Slide 14 - Question ouverte
Wat zijn de dagen van de week in het Engels?
Slide 15 - Carte mentale
Nederlands Engels
Maandag Monday
Dinsdag Tuesday
Woensdag Wednesday
Donderdag Thursday
Vrijdag Friday
Zaterdag Saturday
Zondag Sunday
Slide 16 - Diapositive
The afternoon is when i wake up.
waar
niet waar
Slide 17 - Sondage
Tomorrow is wednesday.
waar
niet waar
Slide 18 - Sondage
Wat betekenen deze werkwoorden:
to rush
to get up
A
rijden & opstaan
B
haasten & opstaan
C
rijden & wakker worden
D
haasten & wakker worden
Slide 19 - Quiz
Wat zijn de juiste vertalingen?
bicycle, boat, bus, car, plane, train
Slide 20 - Carte mentale
north south west east
het noorden
het oosten
het zuiden
het westen
Slide 21 - Question de remorquage
A train is:
quick
slow
Slide 22 - Sondage
to ask the way to depart to travel
vertrekken
reizen
de weg vragen
Slide 23 - Question de remorquage
Wat is de juiste vertaling?
in a hurry
A
in huis zijn
B
vertrekken
C
haast hebben
D
te voet, lopend
Slide 24 - Quiz
Wat betekent:
A lot of noice
A
veel geluid
B
veel lawaai
Slide 25 - Quiz
Wat is een whiteboard?
A
een wit bord
B
een skateboard
C
een schoolbord
Slide 26 - Quiz
Wij leren in deze les een nieuwe 'language'
waar
niet waar
Slide 27 - Sondage
Wat is de juiste vertaling?
ruler
A
elastiekje
B
gum
C
liniaal
D
nietmachine
Slide 28 - Quiz
Wat is de juiste vertaling?
dictionary
A
leesboek
B
opdracht
C
baas
D
woordenboek
Slide 29 - Quiz
Wat is een sharpener
Slide 30 - Question ouverte
to be silent to be strict to stand up to sit down
opstaan
streng zijn
stil zijn
gaan zitten
Slide 31 - Question de remorquage
Plus de leçons comme celle-ci
Engels unit 5 NL-ENG & ENG-NL
18 days ago
- Leçon avec
15 diapositives
Engels
Basisschool
Groep 6
23-3 3TH
March 2022
- Leçon avec
34 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Quiz der vakken
March 2024
- Leçon avec
38 diapositives
Natuurwetenschappen
Secundair onderwijs
Herhaling naamwoorden
January 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Grieks
Secundair onderwijs
M3 grammatica Unit 5
March 2020
- Leçon avec
12 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Toets stamtijden 35-51
February 2023
- Leçon avec
12 diapositives
Grieks
Secundair onderwijs
Engels unit 5
November 2023
- Leçon avec
20 diapositives
Engels
Basisschool
Groep 6
BINGO AED
November 2024
- Leçon avec
32 diapositives
Verzorging
Secundair onderwijs