4H les 2 - bespreken toets plus talent giei

4H les 2
Je weet hoe je een volgende keer mooie antwoorden kunt formuleren.
Je leert de kenmerken van de tekstsoort beschouwing herkennen. 
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

4H les 2
Je weet hoe je een volgende keer mooie antwoorden kunt formuleren.
Je leert de kenmerken van de tekstsoort beschouwing herkennen. 

Slide 1 - Diapositive

Programma
  • Lezen in je boek (wk 22: leeskring, beide boeken heb je dus gelezen!)
  • Leeskring/taakwerk
  • Toets bespreken
  •  Huiswerk bespreken (H4.2 tekst 1, vraag 1-6, p. 71)
  • Aan de slag: tekst 2, vraag 11-14, p. 73
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Leeskring/taakwerk
  • Week 11: Zoek minstens twee recensies van een kwaliteitsbron bij je eerste leesboek. Zoek daarnaast betrouwbare informatie op over de auteur van je leesboek. Stop dit in een mapje. Zorg dat je het tweede boek in je bezit hebt. 
  • Week 19: • Zoek twee recensies bij het tweede gelezen boek, print ze en doe ze weer in je mapje. Zoek nu ook weer informatie over de schrijver.

Slide 3 - Diapositive

Toets bespreken
Wanneer is deze bespreking nuttig?

Slide 4 - Diapositive

Wat heb je geleerd van deze bespreking? Geef antwoord in hele zinnen.

Slide 5 - Question ouverte

Talent H4.2
Bespreken:
Tekst 1: 1-6, p. 71

Maken:
Tekst 2: 11-14


Slide 6 - Diapositive

Huiswerk bespreken
Hoofdstuk 4 - Beschouwende teksten            Paragraaf 2 - Verkennen
1a identiteit
1b De vraag die centraal staat, wordt gesteld in de titel (Wat bepaalt je identiteit?).
1c Eigen antwoord
2a Is het uw rol als vader of moeder, of liefhebbende partner?
Is het uw beroep – een jurist in hart en nieren?
Is het uw hobby – ‘Ik ben een natuurliefhebber’?
Of vormt uw afkomst, uw geloof of politieke voorkeur de kern van uw zelfbeeld?



Slide 7 - Diapositive


2b Is het uw rol als vader of moeder, of liefhebbende partner?
 relationele identiteit
Is het uw beroep – een jurist in hart en nieren?
 sociale identiteit
Is het uw hobby – ‘Ik ben een natuurliefhebber’?
 persoonlijke identiteit
Of vormt uw afkomst, uw geloof of politieke voorkeur de kern van uw zelfbeeld?
collectieve identiteit

Slide 8 - Diapositive

2c A, De vier vragen lijken deelvragen, waarmee de centrale vraag beantwoord kan worden.
3 D, vraag-antwoordstructuur en F, verklaringsstructuur.
4a Ook.
4b De opsomming bestaat uit opvallende bevindingen uit het onderzoek van Leary, Wheeler en Jenkins.
4c Omdat.
4d  Bij dit zinsdeel: ‘Mensen met een sterke sociale identiteit gaan vaker onder de zonnebank en gebruiken een zonnebrandcrème met een lagere beschermingsfactor…’
5 Informeren en beschouwen.
6a Eigen antwoord. Bijvoorbeeld:
– In de tekst wordt een vraag gesteld waarop verschillende antwoorden mogelijk zijn, waaruit een lezer een eigen keuze kan maken.
– Door de informatie in de tekst vraagt de lezer zich af waardoor zijn eigen identiteit bepaald wordt (lezer wordt aan het denken gezet).
– Er zijn tekststructuren gekozen die goed passen bij een beschouwing.





Slide 9 - Diapositive

7a Iemand die hoog scoort op persoonlijke identiteit is gericht op persoonlijke eigenschappen en verdiensten. Wat andere mensen daarvan denken is niet belangrijk. Hardlopen is een individuele sport en die past beter bij deze identiteit. Daarbij is het aanvoerderschap van een handbalteam juist een rol die past bij iemand die status en dus de sociale identiteit belangrijker vindt.

7b Ook in leidende functies kun je creatief zijn en je kunt je er volledig in ontplooien.

7c Zij vinden hun eigen gezondheid belangrijker dan wat anderen van hun uiterlijk zeggen.

Slide 10 - Diapositive

H4, tekst 2
We lezen de tekst samen en daarna maak je:
opdracht 11 t/m 14

Slide 11 - Diapositive

Wat zijn de kenmerken van een beschouwing? Let op de formulering van je antwoord.

Slide 12 - Question ouverte