Klimaat

• Aardrijkskunde
• Basisschool
• Groep 7,8

Les 1

Aan het eind van de les kan je:

Aan het einde van de les kan je:

• Het verschil uitleggen tussen weer en klimaat;
• Uitleggen aan de hand van de stand van de zon waarom het warmer/kouder is in bepaalde gebieden.

Je weet wat de volgende begrippen betekenen:

• Evenaar
• Breedtegraden
• Noordelijk halfrond

• Zuidelijk halfrond
• Weer
• Klimaat

De evenaar

De evenaar is een denkbeeldige lijn die ooit de aarde passeert en verdeelt in een noordelijk halfrond en een zuidelijk halfrond. Het woord komt uit het Latijn en betekent zoiets als “Gleichlinie”. Dit betekent dat de Noordpool en de Zuidpool op gelijke afstand van de evenaar liggen. De evenaar is ook de lijn met de grootste afstand tot de aardas, dwz tot de verbindingslijn van de twee polen. In de landen op de evenaar is het klimaat tropisch, het hele jaar door zo heet en vochtig. Er zijn hier dus geen seizoenen.

Op een wereldkaart bevindt de evenaar zich meestal precies in het midden. De omtrek van de equatoriale cirkel is iets meer dan 40.000 kilometer. Het loopt voornamelijk in de zee, maar doorkruist Zuid-Amerika, Afrika en de eilandwereld van Indonesië. Twee landen hebben zelfs de evenaar op hun naam : Ecuador in Zuid-Amerika en Equatoriaal-Guinea in Afrika.

breedtegraad 

Een breedtegraad is een denkbeeldige lijn over de aardbol die helpt om aan te geven waar je precies bent. Bijzondere breedtegraden zijn: de evenaar, de Kreeftskeerkring, de Steenbokskeerkring, de noordpoolcirkel en de zuidpoolcirkel. Samen met de lengtegraden kun je precies aangeven waar je bent op aarde. Er zijn 90 graden boven de evenaar op het noordelijk halfrond en negentig graden onder de evenaar op het zuidelijk

 halfrond. Nederland ligt op 51 graden noorderbreedte.

www.bing.com

www.bing.com

Wat is het verschil tussen weer en klimaat?

Maak opdrachten 1 t/m 8 in je werkboek

Maak opdrachten 9 t/m 11 in je werkboek.

lees en leer de samenvatting

Les 2

Aan het eind van de les kan je:

Aan het einde van de les kan je:

• Uitleggen wat de gevolgen zijn van de draaiing van de aarde om de zon wat betreft temperatuur en daglengte;
• De kringloop van het water vertellen en uitleggen wat er gebeurd.

Je weet wat de volgende begrippen betekenen:

• Kreeftskeerkring
• poolnacht
• stijgingsregen
• frontale regen

• Steenbokskeerkring
• pooldag
• stuwingsregen

Maak opdrachten 1 t/m 6 in de werkboek

Lees eerst de tekst in je werkboek.

Bekijk daarna deze video.

Maak opdrachten 7 t/m 12 in je werkboek.

Les 3

Aan het eind van de les kan je:

Aan het einde van de les kan je:

• Je kunt vertellen wat het poolklimaat, het tropisch regenwoudklimaat, woestijnklimaat, zeeklimaat en landklimaat is;
• Je kunt vertellen welke kenmerken elk klimaat heeft en kunt met de atlas vertellen waar ze te vinden zijn.

Je weet wat de volgende begrippen betekenen:

• tropisch regenwoudklimaat
• woestijnklimaat
• landklimaat

• gematigd zeeklimaat
• poolklimaat
• klimaatgrafiek

Dit zijn de klimaten op aarde:

Wat valt je hieraan op?

Maak opdrachten 1 t/m 4 in je werkboek over klimaten.

Maak opdrachten 5 t/m 9 in je werkboek.

De laatste les is een toets waarin je laat zien wat je in deze lessenserie hebt geleerd.  Je leert hiervoor de samenvattingen van elke les.