Recap Past Simple en Present Perfect, HV2, Medium
1 / 13
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat weet je al over de Past Simple en het verschil met de Present Perfect?
Past Simple vs Present Perfect
Slide 2 - Carte mentale
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
How do you say:
Mijn broer zong een liedje gisteren.
Mijn broer zong een liedje gisteren.
Slide 5 - Question ouverte
How do you say:
Die ouders van jou hebben een hond sinds vorig jaar.
Die ouders van jou hebben een hond sinds vorig jaar.
Slide 6 - Question ouverte
How do you say:
Ze hebben de wedstrijd (match) niet gezien gister avond.
Ze hebben de wedstrijd (match) niet gezien gister avond.
Slide 7 - Question ouverte
How do you say:
Ik kan niet lopen want ik heb mijn been gebroken.
Ik kan niet lopen want ik heb mijn been gebroken.
Slide 8 - Question ouverte
How do you say:
Waar ben je geweest? Ik was aan het wachten.
Waar ben je geweest? Ik was aan het wachten.
Slide 9 - Question ouverte
Wat is het verschil in betekenis?
I have studied in Canada for 3 months.
I studied in Canada for 3 months.
I have studied in Canada for 3 months.
I studied in Canada for 3 months.
Slide 10 - Question ouverte
Wat is het verschil in betekenis?
Did you see Jacob?
Have you seen Jacob?
Did you see Jacob?
Have you seen Jacob?
Slide 11 - Question ouverte
Wat weet je over de Past Simple en het verschil met de Present Perfect?
Past Simple vs Present Perfect
Slide 12 - Carte mentale
I understand de Past Simple and the Present Perfect and can use it in a sentence.
😒🙁😐🙂😃
