24/25 week 3 februari les 1

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Juiste volgorde

Ne t'arrête pas quand t'as mal

Toujours se relever

Toujours recommencer

La vie c'est musclé

Allez, allez, allez, allez

C'est dans la tête

Prouve-moi que t'es une machine

T'as déjà fait le plus dur donc impossible d'abandonner

Brein - Boek - Buur - Baas

Tu as raison. 

Je me lève à sept heures le matin.

Mijn moeder heeft pijn aan haar rug

Ik wacht op de dokter

Brein - Boek - Buur - Baas

Je hebt gelijk

Ik sta om 7 uur in de ochtend op.

Ma mère a mal au dos

J'attends le médecin.

werkwoorden -re

Welke werkwoorden ken je die eindigen op -re?

Regelmatige / onregelmatige werkwoorden?

Vervoeging présent / passé composé?

répondre
attendre
entendre
vendre
perdre

De werkwoorden op –RE :

verkopen

antwoorden

wachten op

horen

verliezen

descendre
attendre
entendre
vendre
rendre

De werkwoorden op –RE :

verkopen

uitstappen

wachten op

horen

teruggeven

00:07

Hoeveel stappen moet je leren om te slagen in het leven volgens de coach?

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

00:14

Stap 1: Wat betekent de zin: un poing levé?

00:21

In stap 2, verwijst de coach naar een sport. Welke is dat?

00:29

Stap 3: noteer een woord met een accent circonflexe ^!

00:36

Stap 4: wat betekent de zin: attrapper le bonheur?

1. geluk vermijden
2. geluk vangen
3. geluk verdienen
4. geluk geven

00:57

Wat vraagt de coach?

1. Ça va toi?
2. Tu parles beaucoup toi, comment tu t' appelles?
3. Qu' est-ce que tu fais?

01:04

Strookjes (2 tallen)

Leg de strookjes op volgorde hoe ze gezongen worden in het lied.

De stam van de werkwoorden op -RE vind je door -RE eraf te halen in de présent tijd.
(vendre - vend).

1. juist
2. onjuist

Wat zijn de juiste uitgangen présent bij ww. op RE

1. -, s, -, ons, ez, ent
2. s, s, -, ons, ez, ent
3. -, s, -, ons, ez, ont
4. s, s, -, ons, ez, ont

In de passé composé: wat is de uitgang van het voltooid deelwoord van ww op -re?

1. é
2. i
3. u
4. eigen vorm

les devoirs - 2 routes

8D - le chien / le chat, le vélo, le portable, le bus

le français est difficile	le français est facile
8B 8C	8C 8D

Exercice 8B 

1 rend

2 répond

3 perdez

4 attendent

5 entendons

6 vends

7 descendu

8 répondu

Exercice 8C

1 nous attendons / on attend

2 j’entends

3 Manon répond

4 tu vends

5 vous rendez

6 ils perdent

7 ils ont perdu

8 mon ami/mon copain est descendu

Prêt?

Exercices 9 et 10 

page 19 et 20