NN7 - Formuleren §7 - Symmetrie en correct begrenzen - 3H

Welkom!
Jas uit? Tas van tafel? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: leesboek, lesboek, schrift, pen.

Pak je leesboek en ga lekker lezen.
1 / 53
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 53 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Jas uit? Tas van tafel? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: leesboek, lesboek, schrift, pen.

Pak je leesboek en ga lekker lezen.

Slide 1 - Diapositive

Wat je gaat leren

  • Je leert zinnen symmetrisch formuleren.
  • Je leert zinnen correct begrenzen.

Slide 2 - Diapositive

Bekijk de volgende zin:

Esmee kijkt uit naar het weekend, vanwege een feestje en een belangrijke sportwedstrijd.

Slide 3 - Diapositive

Bekijk de volgende zin:

Esmee kijkt uit naar het weekend, vanwege een feestje en een belangrijke sportwedstrijd.

Als twee woorden, woordgroepen of zinnen die bij elkaar horen, allebei in een zin staan, moeten ze dezelfde vorm hebben. Dat heet symmetrie. In de voorbeeldzin gaat het om twee woordgroepen: een feestje en een belangrijke sportwedstrijd.

Slide 4 - Diapositive

In de volgende zinnen ontbreekt de symmetrie (het *-teken betekent ‘ongrammaticale zin’):

– * Niet alleen in het zuiden vieren ze carnaval: ook in het noorden viert men dit feest.

Slide 5 - Diapositive

In de volgende zinnen ontbreekt de symmetrie (het *-teken betekent ‘ongrammaticale zin’):

– * Niet alleen in het zuiden vieren ze carnaval: ook in het noorden viert men dit feest.

In het eerste deel van de zin staat het persoonlijk voornaamwoord ze. Om de zin symmetrisch te maken, moet je in het tweede deel van de zin hetzelfde persoonlijke voornaamwoord gebruiken: men moet ze worden.

Slide 6 - Diapositive

– * Een puber schijnt veel te appen, maar volwassenen kunnen er ook wat van.

Slide 7 - Diapositive

– * Een puber schijnt veel te appen, maar volwassenen kunnen er ook wat van.

In het eerste deel van de zin staat het enkelvoudig onderwerp Een puber. Om de zin symmetrisch te maken, moet je in het tweede deel van de zin ook een enkelvoudig onderwerp gebruiken: volwassenen kunnen moet een volwassene kan worden.

Slide 8 - Diapositive

– * Miros leest dat boek voor zijn mondeling en omdat het bij zijn profielwerkstuk past.

Slide 9 - Diapositive

– * Miros leest dat boek voor zijn mondeling en omdat het bij zijn profielwerkstuk past.

In het eerste deel van de zin staat de woordgroep voor zijn mondeling. Om de zin symmetrisch te maken, moet je de bijzin in het tweede deel van de zin in een woordgroep veranderen: omdat het bij zijn profielwerkstuk past moet voor zijn profielwerkstuk worden.

Slide 10 - Diapositive

 – * Mijn moeder zei dat ik op tijd thuis moest zijn en ik moest mijn kamer opruimen.

Slide 11 - Diapositive

 – * Mijn moeder zei dat ik op tijd thuis moest zijn en ik moest mijn kamer opruimen.

In het eerste deel van de zin staat een bijzin. Om de zin symmetrisch te maken, moet je de hoofdzin in het tweede deel van de zin in een bijzin veranderen: ik moest mijn kamer opruimen moet dat ik mijn kamer moest opruimen worden.

Slide 12 - Diapositive

– * Juul zit op een koor voor de gezelligheid en om zich te ontspannen.

Slide 13 - Diapositive

– * Juul zit op een koor voor de gezelligheid en om zich te ontspannen.

In het eerste deel van de zin staat de woordgroep voor de gezelligheid. Om de zin symmetrisch te maken, moet de beknopte bijzin in het tweede deel ook een woordgroep worden: om zich te ontspannen moet voor de ontspanning worden.

Slide 14 - Diapositive

Symmetrie 
Als iets niet symmetrisch is, dan zijn de verschillende onderdelen niet gelijk. Dat geldt ook voor de taal: als je iets opsomt, moeten alle onderdelen van die opsomming op dezelfde manier geformuleerd worden.

Drie fouten in symmetrie
- getal (enkelvoud/meervoud)
- voornaamwoordelijke aanduiding
- grammaticale constructie

Slide 15 - Diapositive

Geen symmetrie in getal

Men zegt dat het veel gaat regenen, maar ze zeggen zoveel.

--> Men zegt dat het veel gaat regenen, maar men zegt zoveel
OF
--> Ze zeggen dat het veel gaat regenen, maar ze zeggen zoveel.




Slide 16 - Diapositive

Geen symmetrie in voornaamwoordelijke aanduiding

Het is van belang dat u op tijd reserveert, anders heb je kans dat de gewenste zitplaatsen al vergeven zijn.

Het is van belang dat u op tijd reserveert, anders heeft u kans dat de gewenste zitplaatsen al vergeven zijn.

Slide 17 - Diapositive

Geen symmetrie in grammaticale constructie
Wat niet is inbegrepen, zijn de overige maaltijden, entreegelden, facultatieve excursies en wat u uitgeeft aan fooien.

De opsomming bestaat uit vier delen. De eerste drie delen worden gevormd door een znw, maar het vierde deel wordt gevormd door een ow en pv

Wat niet is inbegrepen, zijn de overige maaltijden, entreegelden, facultatieve excursies en fooien.

Slide 18 - Diapositive

Geen symmetrie in grammaticale constructie

Darten dwingt je tot snelle reacties en goed je verstand te gebruiken
ZN - WW

Darten dwingt je snel te reageren en goed je verstand te gebruiken.

Slide 19 - Diapositive

Geen symmetrie in grammaticale constructie

De beste manier om je woordenschat te vergroten is veel lezen en een woordenijst te maken.

De beste manier om je woordenschat te vergroten is veel lezen en een woordenlijst maken.

Slide 20 - Diapositive

Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan: 

  • Een bijzin wordt als losse zin gepresenteerd (losstaand zinsdeel):

    Op de spelletjesavond speelden we Weerwolven.* Waardoor het heel laat werd.

    Het moet zijn: … Weerwolven, waardoor …

Slide 21 - Diapositive

Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan: 

  • Twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte ‘aan elkaar geplakt’ (zinnen ten onrechte samenvoegen):
    – * In het weekend is er een familiereünie, iedereen is welkom met of zonder partner.
    Het moet zijn: … familiereünie; iedereen …    of
    … familiereünie en iedereen ....
    Je kunt hoofdzinnen wel samenvoegen, maar dan moet je een puntkomma of een nevenschikkend voegwoord (en, maar, of, want, dus) gebruiken.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo

Slide 24 - Vidéo

Ter voorbereiding op de toets moeten de leerlingen het boek lezen, de vragen maken en schrijven zij een samenvatting.
A
Deze zin is symmetrisch
B
Deze zin is niet symmetrisch

Slide 25 - Quiz

Hoewel men op verkiezingsdagen vaker stemt als de zon schijnt, heeft men zich dit jaar tijdens de regen ook van zijn beste kant laten zien.
A
Deze zin is symmetrisch
B
Deze zin is niet symmetrisch

Slide 26 - Quiz

Een groep buurtbewoners heeft samen het speeltuintje opgeknapt en ze hebben ook het plantsoentje ernaast netjes aangeharkt.
A
Deze zin is symmetrisch
B
Deze zin is niet symmetrisch

Slide 27 - Quiz

Om een appeltaart te bakken, moet je appels schillen, deeg kneden en rozijnen wellen.
A
Deze zin is symmetrisch
B
Deze zin is niet symmetrisch

Slide 28 - Quiz

Hockeyers staan erom bekend flink te kunnen feesten, maar een voetballer kan er ook wat van.
A
Deze zin is symmetrisch
B
Deze zin is niet symmetrisch

Slide 29 - Quiz

Zelf aan de slag
Wat?        maken opdracht 2 + 3 blz. 241
Tijd?         25 minuten
Vraag?     steek je vinger op, ik kom je helpen
Klaar?      kijk alles na (ook §5)
Ook klaar? ga lekker lezen

timer
25:00

Slide 30 - Diapositive

Welkom!
Jas uit? Tas van tafel? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: leesboek, lesboek, schrift, pen.

Pak je leesboek en ga lekker lezen.

Slide 31 - Diapositive

Symmetrie 
Als iets niet symmetrisch is, dan zijn de verschillende onderdelen niet gelijk. Dat geldt ook voor de taal: als je iets opsomt, moeten alle onderdelen van die opsomming op dezelfde manier geformuleerd worden.

Drie fouten in symmetrie
- getal (enkelvoud/meervoud)
- voornaamwoordelijke aanduiding
- grammaticale constructie

Slide 32 - Diapositive

Geen symmetrie in getal

Men zegt dat het veel gaat regenen, maar ze zeggen zoveel.

--> Men zegt dat het veel gaat regenen, maar men zegt zoveel
OF
--> Ze zeggen dat het veel gaat regenen, maar ze zeggen zoveel.




Slide 33 - Diapositive

Geen symmetrie in voornaamwoordelijke aanduiding

Het is van belang dat u op tijd reserveert, anders heb je kans dat de gewenste zitplaatsen al vergeven zijn.

Het is van belang dat u op tijd reserveert, anders heeft u kans dat de gewenste zitplaatsen al vergeven zijn.

Slide 34 - Diapositive

Geen symmetrie in grammaticale constructie
Wat niet is inbegrepen, zijn de overige maaltijden, entreegelden, facultatieve excursies en wat u uitgeeft aan fooien.

De opsomming bestaat uit vier delen. De eerste drie delen worden gevormd door een znw, maar het vierde deel wordt gevormd door een ow en pv

Wat niet is inbegrepen, zijn de overige maaltijden, entreegelden, facultatieve excursies en fooien.

Slide 35 - Diapositive

Geen symmetrie in grammaticale constructie

Darten dwingt je tot snelle reacties en goed je verstand te gebruiken
ZN - WW

Darten dwingt je snel te reageren en goed je verstand te gebruiken.

Slide 36 - Diapositive

Geen symmetrie in grammaticale constructie

De beste manier om je woordenschat te vergroten is veel lezen en een woordenijst te maken.

De beste manier om je woordenschat te vergroten is veel lezen en een woordenlijst maken.

Slide 37 - Diapositive

Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan: 

  • Een bijzin wordt als losse zin gepresenteerd (losstaand zinsdeel):

    Op de spelletjesavond speelden we Weerwolven.* Waardoor het heel laat werd.

    Het moet zijn: … Weerwolven, waardoor …

Slide 38 - Diapositive

Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan: 

  • Twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte ‘aan elkaar geplakt’ (zinnen ten onrechte samenvoegen):
    – * In het weekend is er een familiereünie, iedereen is welkom met of zonder partner.
    Het moet zijn: … familiereünie; iedereen …    of
    … familiereünie en iedereen ....
    Je kunt hoofdzinnen wel samenvoegen, maar dan moet je een puntkomma of een nevenschikkend voegwoord (en, maar, of, want, dus) gebruiken.

Slide 39 - Diapositive

Zelf aan de slag
Wat?        maken opdracht 2 + 3 blz. 241
Tijd?         20 minuten
Vraag?     steek je vinger op, ik kom je helpen
Klaar?      haal bij mij een nakijkboekje en kijk 
                   alle § na.
Ook klaar? dan kun je oefentoetsen bij mij halen

timer
10:00

Slide 40 - Diapositive

Welkom!
Jas uit? Tas van tafel? Ga dan lekker zitten.

Leg klaar op je tafel: leesboek, lesboek, schrift, pen.

Pak je leesboek en ga lekker lezen.

Slide 41 - Diapositive

HERHALING

Slide 42 - Diapositive

Congruentiefout
Indien de persoonsvorm niet aansluit bij het onderwerp noemen we dit een congruentiefout.
Dit gebeurt vaak wanneer het lastig te bepalen is of het onderwerp enkelvoud of meervoud is.

Een kudde schapen liepen langs de bosrand.
Een kudde schapen liep langs de bosrand.
Maar ook woorden als: media (mv), politie (ev), drugs (mv).

Slide 43 - Diapositive

Lastige gevallen
1. Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern en een meervoudige nabepaling richt de persoonsvorm zich naar de kern --> Het merendeel (kern = enkelvoud) van de docenten (nabepaling = meervoud) controleert vaak het huiswerk.
2. Als het onderwerp een verzamelnaam is voor personen, dieren en dingen is de persoonsvorm enkelvoudig. De overheid waarschuwt je tijdens noodsituatie via een NL-Alert.

Slide 44 - Diapositive

Lastige gevallen
3. In de constructie een van de + meervoudig woord + die volgt in de bijvoeglijke bijzin een meervoudige persoonsvorm --> Een van de patiënten, die naar een ander ziekenhuis verhuisden, was mijn moeder.
4. Bij meervoudige titels van boeken, films enz. --> enkelvoudige persoonsvorm. Sprookjes van Moeder de Gans is een verzameling volksverhalen. 
5. Na een rekeneenheid volgt een enkelvoudige persoonsvorm --> Tien euro per maand IS niet duur voor een krantenabonnement.

Slide 45 - Diapositive

Symmetrie 
Als iets niet symmetrisch is, dan zijn de verschillende onderdelen niet gelijk. Dat geldt ook voor de taal: als je iets opsomt, moeten alle onderdelen van die opsomming op dezelfde manier geformuleerd worden.

Drie fouten in symmetrie
- getal (enkelvoud/meervoud)
- voornaamwoordelijke aanduiding
- grammaticale constructie

Slide 46 - Diapositive

Geen symmetrie in getal

Men zegt dat het veel gaat regenen, maar ze zeggen zoveel.

--> Men zegt dat het veel gaat regenen, maar men zegt zoveel
OF
--> Ze zeggen dat het veel gaat regenen, maar ze zeggen zoveel.




Slide 47 - Diapositive

Geen symmetrie in voornaamwoordelijke aanduiding

Het is van belang dat u op tijd reserveert, anders heb je kans dat de gewenste zitplaatsen al vergeven zijn.

Het is van belang dat u op tijd reserveert, anders heeft u kans dat de gewenste zitplaatsen al vergeven zijn.

Slide 48 - Diapositive

Geen symmetrie in grammaticale constructie
Wat niet is inbegrepen, zijn de overige maaltijden, entreegelden, facultatieve excursies en wat u uitgeeft aan fooien.

De opsomming bestaat uit vier delen. De eerste drie delen worden gevormd door een znw, maar het vierde deel wordt gevormd door een ow en pv

Wat niet is inbegrepen, zijn de overige maaltijden, entreegelden, facultatieve excursies en fooien.

Slide 49 - Diapositive

Geen symmetrie in grammaticale constructie

Darten dwingt je tot snelle reacties en goed je verstand te gebruiken
ZN - WW

Darten dwingt je snel te reageren en goed je verstand te gebruiken.

Slide 50 - Diapositive

Geen symmetrie in grammaticale constructie

De beste manier om je woordenschat te vergroten is veel lezen en een woordenijst te maken.

De beste manier om je woordenschat te vergroten is veel lezen en een woordenlijst maken.

Slide 51 - Diapositive

Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan: 

  • Een bijzin wordt als losse zin gepresenteerd (losstaand zinsdeel):

    Op de spelletjesavond speelden we Weerwolven.* Waardoor het heel laat werd.

    Het moet zijn: … Weerwolven, waardoor …

Slide 52 - Diapositive

Het begrenzen van zinnen kan op twee manieren verkeerd gaan: 

  • Twee zelfstandige zinnen (hoofdzinnen) worden ten onrechte ‘aan elkaar geplakt’ (zinnen ten onrechte samenvoegen):
    – * In het weekend is er een familiereünie, iedereen is welkom met of zonder partner.
    Het moet zijn: … familiereünie; iedereen …    of
    … familiereünie en iedereen ....
    Je kunt hoofdzinnen wel samenvoegen, maar dan moet je een puntkomma of een nevenschikkend voegwoord (en, maar, of, want, dus) gebruiken.

Slide 53 - Diapositive