Toekomende tijd

Toekomende tijd
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2BasisschoolGroep 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Toekomende tijd

Slide 1 - Diapositive

Frank koopt een jas.
Gebruik het werwoord 'gaan'.

Slide 2 - Question ouverte

Ik maak het huis schoon.
Begin jouw zin met 'Morgen...'

Slide 3 - Question ouverte

Ik bak lekkere koekjes.
(gebruik 'volgende week')

Slide 4 - Question ouverte

Ik doe boodschappen.

Slide 5 - Question ouverte

Ik doe een toets.
(gebruik: "volgende week donderdag...")

Slide 6 - Question ouverte

Ik bezoek mijn familie.
(gebruik het werkwoord 'gaan')

Slide 7 - Question ouverte

Ik start op een nieuwe school.
(gebruik 'Volgend schooljaar....')

Slide 8 - Question ouverte

Ik sport in de gymzaal.
(gebruik 'ga')

Slide 9 - Question ouverte

Wij eten bij de buren.
(gebruik 'morgen')

Slide 10 - Question ouverte

Karel leest een boek.
(gebruik 'gaan')

Slide 11 - Question ouverte

Ik maak mijn huiswerk.

Slide 12 - Question ouverte

Ik schrijf een brief aan jou.

Slide 13 - Question ouverte

Ik praat met de docent over mijn werk.

Slide 14 - Question ouverte

Ik ben ziek.

Slide 15 - Question ouverte

Ik schrijf het huiswerk in mijn agenda.

Slide 16 - Question ouverte

Maria wandelt in het park.

Slide 17 - Question ouverte

Ik lees de informatie op de bijsluiter.

Slide 18 - Question ouverte

Ik maak zinnen in de toekomende tijd.

Slide 19 - Question ouverte

Ik slaap in mijn bed.

Slide 20 - Question ouverte