Geld en ruil

1 / 19
suivant
Slide 1: Vidéo
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Vandaag hebben we het over?
A
Josylvio
B
Geld
C
Hoeveel Nederlandse rappers verdienen
D
Vraag en aanbod

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Diapositive

Directe ruil

Slide 4 - Diapositive

Indirecte ruil

Slide 5 - Diapositive

In welk voorbeeld is sprake van een directe ruil?
A
Je koopt een game op bol.com
B
De buurman plakt jouw band en jij betaalt hem hiervoor
C
Ik bak een taart voor mijn vader
D
Ik ruil mijn boek tegen jouw broodje hamburger

Slide 6 - Quiz


A
Het stripje gaat over geld als spaarmiddel.
B
Het stripje gaat over directe ruil.
C
Het stripje gaat over indirecte ruil.
D
Het stripje gaat over geld als ruilmiddel.

Slide 7 - Quiz

Hoe betalen jullie?

Slide 8 - Carte mentale

Verschillende soorten geld 
Giraal
Chartaal

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Waarom worden er in Nederland meer girale transacties gedaan dan chartaal?

Slide 11 - Question ouverte

Giraal
Chartaal

Slide 12 - Question de remorquage

Rekenfunctie
Spaarfunctie
Ruilfunctie
Met oppassen verdien
 je € 5,- per uur
Je moeder spit de folders door
Het verjaardagsgeld bewaar je voorlopig
Pim betaalt via een tikkie voor de lunch
Als je 16 bent wil je een brommer 
Je gaat naar de VS en hebt dollars nodig
Je zoek een vergelijkend warenonderzoek
Als je elke maand € 15,- spaart heb je na 2 jaar voldoende.

Slide 13 - Question de remorquage

Muntjes en biljetten zijn een voorbeeld van 1...... Als je daarmee betaalt, noem je dat 2......
A
1. Giraal geld 2. Indirecte ruil
B
1. Chartaal geld 2. Indirecte ruil
C
1. Giraal geld 2. Directe ruil
D
1. Chartaal geld 2. Directe ruil

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

Nominale waarde 
Intrinsieke waarde 

Slide 16 - Diapositive

Fiduciair geld = geld is gebaseerd op vertrouwen

Op zichzelf zijn de briefjes en muntjes bijna (materiaal) niets waard. 

Intrinsieke waarde is bijna €0.

Slide 17 - Diapositive

Maken opdracht 
1.16
1.17
1.19

Slide 18 - Diapositive

Wat vond je van de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 19 - Sondage