Toetstraining

• Informatievaardigheden
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lessenreeks Toetstraining

Bovenbouw

2024-2025

periode 4

Doelen van deze training

1. Begrijpen wat een vraag echt vraag en signaalwoorden herkennen

2. Logische en volledige antwoorden formuleren

3. Geleerde theorie toepassen in een onbekende situatie

4. Goede argumenten formuleren en redeneringen versterken

Behoeftes en hulpvraag

Wat zijn jullie behoeftes?
Wat wil je leren bij deze training?

Korte online 'vragenlijst'

Hoe bereid jij je voor op een toets? Probeer zoveel mogelijk te beschrijven.

Hoe kijk jij naar de volgende stelling?
'Ter voorbereiding op een toets maak ik een oefentoets.'

1. Ja, dat doe ik altijd
2. Ja, voor de meeste vakken wel
3. Nee, meestal niet
4. Nee, dat doe ik nooit

Kies één of meerdere zinnen die het best bij jou passen als je een toets maakt.

1. Ik heb voldoende tijd om de toets te maken
2. Ik begrijp alle vragen
3. Ik lees mijn antwoorden goed na voordat ik de toets inlever
4. Ik ben rustig tijdens de toets

Zijn er specifieke vakken waar je moeite hebt met het beantwoorden van toetsvragen?

Waar zitten jouw fouten meestal bij toetsen?

1. Ik verlies veel punten omdat ik taalfouten maak
2. Ik heb de stof niet begrepen
3. Ik heb de vraag niet volledig beantwoord
4. Ik heb de vraag niet goed gelezen/begrepen

Noteer hier waar je precies hulp bij zou willen/wat je zou willen leren de komende weken:

Valkuilen

1. Vage formuleringen (ze wilden, soms, een beetje, duidelijk een voorbeeld van (maar zonder uitleg))

2. Lange antwoorden zonder kern

3. Incomplete antwoorden (let op meer vragen binnen een opgave)

4. Vraag herhalen en er geen nieuwe informatie aan toevoegen

Oefenopgaven

Stencils in mapje

Opdracht 1 t/m 4 makkelijk

Opdracht 5 t/m 7 moeilijker

Check-out

Wat neem je mee uit de les van vandaag?

Welke vragen heb je nog?

Waar kan je komende week mee oefenen?

Volgende week: antwoordstructuur / kernantwoord geven

Doelen van deze training

1. Begrijpen wat een vraag echt vraagt en signaalwoorden herkennen

2. Logische en volledige antwoorden formuleren

3. Geleerde theorie toepassen in een onbekende situatie

4. Goede argumenten formuleren en redeneringen versterken

Terugblik vorige week

Vraagstructuur & signaal-/instructiewoorden

Wat weet je nog?

Wat heb je teruggezien afgelopen week tijdens het maken van opdrachten?

Structuren

Vraagstructuur = instructiewoord + belangrijkse informatie

Voorbeeld: 

Vraag: Omcirkel in elke zin de juiste mogelijkheid

Vraagstructuur: omcirkelen + juiste mogelijkheid  

Structuren

Soms staat er geen instructiewoord in de zin, maar een vraagwoord: wie, wat, welke, waarom, waardoor, wanneer, hoe.

Je moet dan zelf een instructiewoord verzinnen voor de vraagstructuur.

Voorbeeld:

Vraag: Van welk principe wordt gebruik gemaakt bij een stille ringtone?

Vraagstructuur: Opschrijven + principe

Structuren

Antwoordstructuur is de kern van je antwoord.

Vraagstructuur = het instructiewoord plus de belangrijke gegevens.

Antwoordstructuur = belangrijke gegevens

Voorbeeld

Vraag: Geef de naam van zo’n afvalstof.

Vraagstructuur: Geven + naam afvalstof

Antwoordstructuur: Naam =

Let op

Als er in een vraag eisen worden gesteld aan het antwoord

(aantal decimalen, gebruik van een bron), neem die eisen dan op in je antwoordstructuur

Antwoordstarter

Je kunt aan de hand van een antwoordstructuur een antwoordstarter maken. 

Je weet dan hoe je moet beginnen met het formuleren van het antwoord.

De volgende stap is het goed formuleren van je antwoord. Het is belangrijk je

antwoord goed te formuleren zodat er in je examen precies staat wat je wilt

zeggen.

Een hulpje bij het formuleren is de antwoordstarter:

Antwoordstarter is het begin van je antwoord

Een antwoordstarter maak je door een deel (het belangrijkste deel) van de vraag

te herhalen. Dat belangrijkste deel heb je met de antwoordstructuur al

gevonden!

De volgende stap is het goed formuleren van je antwoord. 

Het is belangrijk je antwoord goed te formuleren zodat er in je examen/toets precies staat wat je wilt zeggen.

Een hulpje bij het formuleren is de antwoordstarter:

Antwoordstarter is het begin van je antwoord.

Een antwoordstarter maak je door een deel (het belangrijkste deel) van de vraag te herhalen. Dat belangrijkste deel heb je met de antwoordstructuur al gevonden!

Voorbeelden en oefenen

Beschrijf hoe de Vesuvius is ontstaan uit de Monte Somma.

Vraagstructuur: 

Antwoordstructuur: 

Antwoordstarter: 

Voorbeelden en oefenen

VB examenvraag aardrijkskunde

Beschrijf hoe de Vesuvius is ontstaan uit de Monte Somma.

Vraagstructuur: Beschrijven + ontstaan Vesuvius

Antwoordstructuur: Ontstaan Vesuvius

Antwoordstarter: De Vesuvius is ontstaan uit de Monte Somma doordat ...

Voorbeelden en oefenen

Waarom leveren erupties van de Vesuvius zo veel gevaar op?

Vraagstructuur: 

Antwoordstructuur:

Antwoordstarter:

Voorbeelden en oefenen

Waarom leveren erupties van de Vesuvius zo veel gevaar op?

Vraagstructuur: Reden noemen + gevaar erupties

Antwoordstructuur: Gevaar erupties Vesuvius

Antwoordstarter: 

Optie 1: Erupties van de Vesuvius leveren gevaar op omdat ...

Optie 2: De redenen waarom erupties van de Vesuvius zo veel gevaar opleveren zijn ....

Oefenen met stencils

Voeg ze toe aan je mapje

Bij vragen/moeilijkheden kom ik helpen

Volgende week

Examenopgaven maken

Alles combineren zoals de voorbeeldopgaven

Toepassing in examenopgaven

Lees goed de opgave

Let op de instructiewoorden

Gebruik een antwoordstarter/antwoordstructuur

Tot slot

Pak je een toetsopgave nu anders aan dan eerst?