De 1ste en 4de naamval_herhaling

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

De 1ste en 4de naamval

De 1ste naamval...
Wat is dat ook alweer?

En wat is een 4de naamval?

Welke voorzetsels hebben de 4de naamval?

Kennst du (mijn) Bruder?

1. mein
2. meine
3. meinen
4. meines

D____ Mann hat eine Frau.

1. Der
2. Die
3. Das
4. Den

Wo liegt (mijn) Zeitung (v)?

1. mein
2. meine
3. deine
4. meinen

Ich habe für d____ Opa ein Geschenk gekauft.

1. die
2. das
3. der
4. den

(Zijn) Geld (o) liegt auf dem Tisch.

1. Sein
2. Seine
3. Seines
4. Seiner

Johann ist d___ Bruder von Jan.

1. den
2. der
3. die
4. das

Noem een zin in het Duits, waar een 1ste naamval in staat.

Noem een zin in het Duits, waar een 4de naamval in staat.

Noem de woorden waarachter in het duits automatisch een 4e naamval staat.

Noem een zin met een voorzetsel van de 4de naamval.

Voor extra oefenmateriaal:

www.duits.de

Wat heb je geleerd deze les?

De 1ste en 4de naamval